Home => Kaartleggen-orakelen => Tarot kaarten => De Grote Arcana => XIII – Transformatie

XIII – Transformatie


De centrale figuur op deze kaart zit bovenop de onmetelijke bloem van de leegte en heeft de symbolen van transformatie in handen – het zwaard dat de illusie doorklieft, de slang die zich vernieuwt door zijn huid af te werpen, de gebroken keten van de beperkingen en het yin/yang-symbool dat de dualiteit transcendeert. Een van zijn handen rust in zijn schoot, open en ontvankelijk. De andere reikt omlaag om de mond van een slapend gezicht aan te raken, een symbool voor de stilte die komt als we in rust verkeren.

Dit is een tijd om je totaal te laten gaan. Laat alle pijn, verdriet of problemen er gewoon zijn, accepteer de feitelijkheid ervan.

Het lijkt heel erg op de ervaring van Gautama de Boeddha toen hij na jaren zoeken uiteindelijk opgaf in de wetenschap dat hij verder niets kon doen. Die zelfde nacht nog werd hij verlicht. De transformatie komt als de dood, wanneer het haar schikt. En net als de dood haalt ze je uit je huidige dimensie en brengt je naar een volgende.

In zen is een meester niet zomaar een leraar. In alle religies bestaan alleen leraren. Ze leren je over onderwerpen die je niet kent en vragen je te geloven, omdat deze ervaringen met geen mogelijkheid in de objectieve werkelijkheid kunnen worden vertaald. Ook de leraar kent ze niet – hij gelooft er alleen maar in; hij draagt zijn geloof over op een ander. Zen is geen wereld voor gelovigen. Zen is niet voor de gelovigen; zen is voor de waaghalzen die alle geloof, ongeloof, twijfel, rede en denken kunnen loslaten en simpelweg binnenstappen in hun pure, grenzeloze existentie.

Maar dat brengt een enorme transformatie met zich mee. Daarom zeg ik dat zen zich bezighoudt met de metamorfose, met transformatie, terwijl anderen zich bezighouden met filosofie. Het is je reinste alchemie: van een onedel metaal verander je in goud. Maar je moet de taal van zen begrijpen met een liefhebbend hart, niet met je rede of verstandelijke denken. Of luister anders alleen maar en vraag je niet af of het waar is of niet. En dan komt er plotseling een moment dat je ziet wat je je hele leven is ontgaan. Plotseling openen zich ‘vierentachtigduizend deuren’, zoals Gautama de Boeddha zei.

(Uit: Zen, the solitary bird, cuckoo of the forest, hoofdstuk 6)

Bekijk ook

V - Niet-ietsheid

V – Niet-ietsheid

Als je ‘in een gat’ zit, kan dat verwarrend en zelfs angstaanjagend zijn. Geen enkele …