Aloë vera: een plant tegen vele ziekten en kwalen

---

De boeken beschrijven deze plant als een soort “wonderplant”. Ze wordt vooral in de Caraïben en Afrika gekweekt. Maar je moet niet zo ver om van deze plant te genieten, want je kan ze bij ons in de handel als kamerplant kopen.

Bekende vertegenwoordigers van deze plant zijn de Aloë ferox, de Aloë arborescens en de Aloë barbadensis ‘Miller’.

Meestal vind je alleen de naam Aloë. Soms vind je ook de naam van herkomst terug zoals bijvoorbeeld Kaapse Aloë, Curaçao Aloë…

De Aloë barbadensis is een goede huidverzorger:

Kleine brandwonden:
Snij een blad van de Aloë vera open en leg dat op kleine brandwonden of op pijnlijke zonnebrandplekken. Je zal zien dat er in de plant een dik sap inzit. Dat verzacht en heelt meestal.

Je kan in de handel verzachtende Aloë lotions kopen om je pijnlijke, verbrande huid mee te behandelen. Er is zelfs een Aloë vera gel te koop waarin 99,9 procent van deze plant verwerkt is.

Puistjes, gekloofde schrale huid en eczeem:
Het dikke plantensap (of pulp) van deze plant verzacht en reinigt de huid en gaat puistjes te lijf. In elk blad zit een helder, geleiachtig sap. Het is dus helemaal niet ingewikkeld. Gewoon een stukje van zo’n blad open snijden en op de huid leggen.

Goed om te weten:
Volgens wetenschappers zou Aloë vera stralingsverbranding kunnen genezen. Voor kort las ik dat de V.S. een hele boel planten stockeerde om met deze plant eventuele nare gevolgen van gevaarlijke stralingen op te lossen.

Tip: Als je de bladeren aan de basis afsnijdt, krijg je sap. Dat kan je als licht laxerend middel gebruiken. Je mag dit laxeermiddel enkel in beperkte hoeveelheden gebruiken.

Als je de bladeren breekt, komt er een gel vrij, die je om uitwendig kan gebruiken.

Dat uitwendig gebruik kan echt geen kwaad.

Hoe moet ik mijn Aloë vera plant verzorgen?
Eigenlijk is de plant met zijn dikke, vlezige, grijsgroene bladeren en een paar korte stekels niet onmiddellijk moeders mooiste. In het begin kunnen er zelfs wat vlekken op de bladeren zitten. Maar je kan niet alles hebben. De Aloë is namelijk een gemakkelijke klant. Hij heeft niet veel verzorging nodig. Hij kan alleen niet tegen de vriezeman. Die haat hij gewoon.

Deze plant zet je best op de vensterbank in volle zon of lichte schaduw. Hij staat graag met zijn voeten in korrelige, goed gedraineerde aarde.

Je kan de plant vermenigvuldigen door de uitlopers (die zitten vast tegen het onderste gedeelte van de moederplant) te plukken. Laat ze twee dagen drogen. Maak dan deze onvriendelijke behandeling weer goed door ze een vaste stek te geven in twee delen kompost en één deel scherp zand.

Je kan de bladeren niet drogen. Waarom zou je dat ook doen? Snij gewoon een blad af als je het nodig hebt.