Een intuïtieve werkelijkheid


De kinderen van deze tijd doorzien wat anderen nodig hebben om tot meer zelfbewustzijn te komen en op zielsniveau kiezen ze ervoor om hier iets mee te doen. Ze spelen het ‘spel’ van de volwassenen mee om uiteindelijk van binnenuit de spelregels te veranderen. Tegelijkertijd zijn ze zich echter intuïtief bewust van een andere, non-dualistische werkelijkheid en kunnen ze hierdoor behoorlijk in de problemen komen. Ten aanzien van hun emoties bijvoorbeeld, hebben ze vanuit hun intuïtieve werkelijkheid geen enkel waardeoordeel. Voor het kind van deze tijd heeft alles zijn eigen waarde, dus ook het hele scala aan menselijke emoties. Dezelfde houding hebben ze ten aanzien van overtuigingen over de werkelijkheid: ze zijn prima zolang ze ieder mens maar het recht op zijn eigen overtuigingen geven.

Kinderen hebben dus verschillende werkelijkheden en deze kunnen harmoniëren, maar ook conflicteren. In het laatste geval zie je dat kinderen allerlei verschijnselen van leer- en gedragsproblematiek laten zien. Ook dit is te beschouwen als een spiegel voor de omgeving, want het betekent dat het kind niet in zijn eigen kwaliteiten wordt gezien.

Uiteindelijk leidt dit alles onvermijdelijk tot de vraag wie nu eigenlijk verantwoordelijk is voor het gedrag dat kinderen laten zien: de ouders of het kind.

De rol van ouders

Je kunt natuurlijk betogen dat er, aangezien kinderen er op zielsniveau voor kiezen om hun omgeving te spiegelen, duidelijk sprake is van ‘eigen schuld dikke bult’ als ze hier ongelukkig van worden. Deze houding getuigt echter van gemakzucht en respectloosheid. Je bent als volwassene immers te allen tijde verantwoordelijk voor het WelZijn van de kinderen die zich aan jouw zorg toevertrouwen. Daarnaast hebben we op zielsniveau verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat kinderen dit iets scherper op hun netvlies hebben maakt ze nog niet in hogere mate verantwoordelijk. Ouders kunnen er voor hun kinderen zijn, door ze te zien zoals ze zijn en door ze de begeleiding te geven die ze nodig hebben. Dit vraagt behoorlijk veel. Niet alleen omdat allerlei maatschappelijke ontwikkelingen het steeds lastiger maken om voldoende tijd en persoonlijke aandacht aan kinderen te besteden, maar ook omdat kinderen (opvoed)kwaliteiten van je vragen waar je mogelijk niet mee bekend bent omdat je zelf anders bent opgevoed. De kwaliteiten die kinderen het meest nadrukkelijk van je vragen zijn zelfinzicht en het geven van een positieve invulling aan je rol van ouder.

De weg naar de kinderen van deze tijd gaat door jezelf heen. Hoe meer zelfinzicht je hebt, hoe meer ruimte je ze kunt geven om zichzelf te zijn. Zelfinzicht stelt je namelijk in staat om het verschil te zien tussen spiegelgedrag en gedrag dat bij een kind zelf hoort. Zelfinzicht voorkomt dat een kind in bepaalde gedragingen moet persisteren (want de omgeving luistert niet) en gaandeweg van zichzelf vervreemdt omdat dit gedrag in de eigen persoonlijkheid inslijpt. Zelfinzicht voorkomt tevens dat een kind in de hulpverlening een label opgeplakt krijgt dat niet past bij wie hij is (Ieder kind in z’n eigen kracht) omdat de kwaliteiten, intenties en bedoelingen onder zijn gedragingen niet worden begrepen.

Van ouders wordt tevens een positieve houding gevraagd ten aanzien van wat er is. Dit is lastiger dan het lijkt, omdat we in onze samenleving gewend zijn om het accent vooral te leggen op wat er mis is met kinderen en op wat er ontbreekt. Kinderen worden op steeds jongere leeftijd getest, gemeten en gewogen. Hoe waardevol dit ook kan zijn, door hier zo sterk het accent op te leggen ondermijn je hun zelfvertrouwen.

Je kunt dit patroon doorbreken door (Positief Ouderschap):

  • Kinderen herkenning en erkenning te geven voor wie ze wezenlijk zijn.
  • Uit te gaan van de kwaliteiten van het kind in plaats van wat er mis is en ontbreekt.
  • Kinderen duidelijkheid, structuur en begrenzing te bieden.
  • Je eerlijk, oprecht en congruent te gedragen.
  • Bij verschijnselen van leer- en gedragsproblematiek open te staan voor onderliggende kwaliteiten, intenties en bedoelingen.
  • Kinderen te helpen om zich stevig met hun lichaam te verbinden.
  • Kinderen vanuit je hart, intuïtie èn gezonde verstand te begeleiden.

Bekijk ook

Hoogbegaafdheid: probleem of talent?

Hoogbegaafdheid: probleem of talent?

Hoogbegaafdheid is alvast geen probleem. Een hoogbegaafde heeft geen ziekte, geen handicap die het hem moeilijk of onmogelijk maakt om aan bepaalde activiteiten deel te nemen. Integendeel. Een hoogbegaafde heeft een aantal kwaliteiten die hem in staat stellen bepaalde activiteiten beter of sneller uit te voeren.