BDE – Mijn BDE-ervaring


Inleiding

Mijn naam is Koos en ik ben 53 jaar. Het was 8 mei 1997, de verjaardag van mijn zoon, en omdat ik al de hele week al achter het stuur van mijn auto had gezeten,besloot ik op de brommer te gaan.
Het was mijn hobby oude klassieke bromfietsen te restaureren,dus was het een genot om op een bromfiets,die je zelf nieuw leven in had geblazen,te rijden
Maar toen ik van mijn zoon naar huis reed sloeg het noodlot toe ik werd vol geschept van opzij,ik wist dat het een gevaarlijk punt was omdat ik er bijna dagelijks langskom,je hebt er als brom[fietser] voorrang maar dat neem je niet,je past je snelheid automatisch aan omdat het onoverzichtelijk is.
Ik had teruggeschakeld naar de eerste versnelling en toen het veilig leek gaf ik gas en toen een harde doffe klap en vloog ik 12 meter door de lucht.
Ik kwam plat op mijn rug terecht en dacht bij mezelf,dit noemt men dus een ongeluk verkeerde tijd en verkeerde plaats,nou daar lag ik dan.
Ik wist dat het goed mis was want ik kon mij niet bewegen of deed het onbewust niet.toen ik opzij keek zag ik dat mijn brommer half onder die auto lag er was een vrouw die een EHBO diploma had zoals ze zei,en stelde mij gerust en hield mijn hoofd vast tot de ambulance er was ze zei blijft u maar stil liggen meneer, toen dacht ik dat mijn poot er af was.

Het begin.

Tijdens het wachten op de ambulance ervaarde ik iets vreemds,ik zag dat de mensen praatte maar ik hoorde ze niet ook had ik de ambulance had ik niet gehoord opeens merkte ik dat men met een kraag bezig was en dat ze een brancard onder me schoven.
Toen was het net of iemand aan een lichtdimmer draaide,want het werd steeds donkerder om me heen,toen was het helemaal zwart en erg stil, Het leek wel of ik de zee hoorde ruisen in de verte en ik voelde dat ik omhoog ging,alsof ik zweefde. Ik zag een heel klein lichtpuntje voor me ik begon in het rond te draaien,steeds sneller,en het lichtpuntje bleef toch voor me hoe hard ik ook draaide.
Plotseling stopte het draaien en leek het wel alsof ik afgeschoten werd en ging ik met een vaart op dat lichtpuntje af dat als maar groter werd ook hoorde ik mooie muziek en heel mooi gezang het klonk erg hard,maar was zo mooi zuiver,het lichtpuntje werd alsmaar groter als ik het moet beschrijven is het net alsof je door een trechter kijkt. Opeens stond ik abrupt stil en was er een intens fel licht om me heen,maar kon het gewoon zien,ik keek er gewoon in,maar deed geen pijn aan mijn ogen,gek he?
Dat licht voelde erg warm en aangenaam aan.ik voelde me erg fijn in dat licht ,ik merkte dat ik op een paard zat,maar als je bedenkt dat ik bang ben van paarden is dat namelijk wel vreemd ik ben eens gebeten en ga er een straatje voor om ook reed er iemand naast mij alsof het heel gewoon was,ik voelde mij dan ook prettig bij die persoon,hij zei ze zullen wel blij zijn met je komst koos? Hoe wist hij mijn naam?
Ik kende die man niet, maar vond het niet erg want ik had het gevoel dat ik hem kende, maar zijn naam wist ik niet meer en schonk er dan ook geen aandacht meer aan. Ik genoot van al dat moois wat ik zag, ik verbaasde mij over de hoge dikke bomen die zo hoog waren dat je het eind niet kon zien ook rook het er erg lekker, de struiken en bloemen waren zo helder van een kleur die ik nog nooit gezien had en dan dat constante zingen[gezang]en die mooie muziek het klonk wel hard maar het irriteerde niet omdat het zo zuiver en helder klonk het hoorde bij elkaar het maakte het geheel af zeg maar.
Opeens liep ik door een hele mooie tuin, het paard waar ik op zat was gewoon opgelost, heel vreemd, ik zag allemaal mensen, heel duidelijk, en iedereen zwaaide naar me alsof ze me kende, ikzelf had het gevoel of ik ze al heel lang kende het voelde zo goed en vertrouwd, maar jammer genoeg herkende ik niemand, een stem achter me zei’’he koos’’je moet voor het eten wel even in bad hoor, wil je een heet of warm bad toen ik mij omdraaide stond er zo’n ouderwets bad op van die pootjes met een douchekop erboven toen ik verbaasd antwoordde doe maar warm zei de warmwaterkraan tegen de koudwaterkraan zie je nou wel koos houd van een warm bad waarop de waterdruppels die uit de douchekop kwamen hard begonnen te lachen.

wat anderen denken.


Dat doet de persoon die dit leest doet dat misschien ook en denk je wel die vent is gek of gestoord en lult maar wat uit zijn nek dan heb ik daar begrip voor, ik weet dat het als fantasie klinkt, maar ik lieg niet en wens niet voor leugenaar uitgelachen te worden, ik maak iedereen deelgenoot van wat ik gezien en ervaren heb, ik heb gevoeld geproefd en geroken, zo echt allemaal als is het echt.
Ik beschouw het als waarheid al is het dan niet van een ander het is mijn waarheid en daar heb ik het mee gezegd,over wat je nog gaat lezen,geloof mij maar ,mijn excuus voor deze woorden ,maar ik wil ze wel even gezegd hebben,ik wil niemand kwetsen dat heb ik zelf al genoeg ondergaan,maar laat ik verder gaan.

Het bestaan van god.


Weet je wat het fijne van deze ervaring is dat mijn twijfel over het bestaan van de hemel en over of god bestaat is weggenomen, ik weet nu dat iedereen er naar toe gaat, na dit leven en of je nu goed of slecht bent geweest het uiteindelijke doel of beloning is het licht te mogen ontvangen de een gaat rechtstreeks naar het licht, terwijl de ander eerst op een bepaald niveau terecht komt al naar gelang hij of zij geleefd heeft een soort boete doen [les leren].
Toen ik na het bad weer in de kamer kwam werd er een soort welkomstlied gezongen, ik had ook een mooi gebit gekregen dat op een plank naast het bad lag, het was een heel bijzonder gebit, want in de voortanden speelden tekenfilmpjes er kwam een man met lang wit haar en een lange witte baard op mij af en omarmde [omsloot]mij en zei welkom ik heb het met liefde voor je gemaakt, vind je het mooi?
Voorop gesteld dat ik geen homo ben wist ik het zeker bij deze man en mensen wilde ik zijn ,deze man straalde zoveel warmte en liefde uit dat je wel van hem moest houden zijn hele persoonlijkheid was liefde en geluk,zoals hij daar stond was dit thuis??

De film draait verder zoals ik het ervaarde


Opeens reed ik op een motor door het luchtruim met als opdracht de mensheid redden iets wat mijns inziens goed lukte, maar wat het voor betekenis had weet ik niet.
Ik werd met mijn been aan een ketting met een ring vastgeklonken en achter het roer van een schip gezet en er waren constant gedaantes om me heen, die alleen maar liepen te drinken, ze hadden een soort van kroes die aan een kettinkje aan hun gewaad vast zat, die ze tussen hun kleding [gewaad]staken wanneer die kroes dan weer tevoorschijn kwam was die kroes gevuld met een soort bier want er zat een schuimkraag op we vaarde een grot in en daar werd het zelfde vocht gewonnen als wat die gedaantes dronken wanneer de boot vol was werd het opgeslagen in ondergrondse tanks, toen we die grot weer uitvaarde stonden er allemaal mensen te juichen en las ik op een spandoek de tekst ‘’welkom thuis koos na,40 jaar weer vaste voet aan wal’’en werd mijn voet losgemaakt van die ring, maar die voet was helemaal niet gegroeid het leek wel een kindervoetje, terwijl mijn andere voet een volwassen voet was erg vreemd.

Nog meer vreemde ervaringen.


Opeens bevond ik mij in een omgeving waar een soort wezentjes woonde die ik zal omschrijven zoals ik ze zag, het waren net lampenkapjes die zich voortbewogen alsof ze zweefde en steeds als naar beneden zakte kwam er een wolkje onder ze uit waardoor ze weer omhoog gingen, er zweefden er velen om mij heen en zij waren niet groter dan mijn hand, en ze hadden als opdracht, zo begreep ik, om mij van voedsel te voorzien, ik kon niet door mijn neus ademen, door mijn mond lukte het wel, maar omdat het eten wat ik kreeg vies was en naar rauwe vis smaakte hield ik mijn kaken stevig op elkaar, maar die wezentjes wachten dan geduldig af tot ik moest ademen en schoten dan met kracht het voedsel achter in mijn keel en moest ik het vanzelf wel doorslikken, deze wezentjes waren met velen en woonden in ronde tenten die op palen stonden ik was er erg gelukkig, de warmte en liefde die zij uitstraalden was groots, het afscheid deed erg pijn omdat ik niet weg wilde, ik wilde blijven maar ik moest verder zij men, maar wij zouden elkaar weerzien werd mij verteld en ik zweefde weg van die wezentjes en het vervaagde en loste op.
Later merkte ik op dat ik in een boot zat een erg vreemde boot, zo een had ik nog nooit gezien, hij was gemaakt van bossen riet en de voor-en achterkant waren in een lange punt omhoog gebogen, ik voer in een vreemd bouwwerk dat op hoge stenen palen stond, het was een soort kanaal op het eind van het kanaal, noem ik het maar, was een deur die langzaam open ging waardoor het water zakte, en ik op zo’n manier omlaag ging toen de deur helemaal open stond was er weer zo’n kanaal met op het eind weer een deur totdat ik helemaal beneden was en aan beide kanten zag.
Ik voer een hele brede rivier op waar heel veel nijlpaarden en krokodillen waren die mij niets deden, ik genoot van de ongekende schoonheid van deze omgeving van het helderste groen en de mooiste kleuren en genoot van de stilte en rust die daar heerste opeens werd die stilte verstoord door hulpgeroep en toen ik mij concentreerde op dat hulpgeroep had ik zomaar een kind in mijn armen en ik stond bij een drukke verkeersweg waar dat kind spelenderwijs terecht was gekomen, dus zette ik het op veilige afstand van die weg en ik glimlachte naar dat kind en gaf een knipoog, maar dat kind zag mij niet.
De moeder was inmiddels gearriveerd en hield haar kind huilend in haar armen en zei steeds hoe kan dit nou, ook zij keek mij recht aan maar zag mij ook niet ze zei maar er is niemand hoe kan dit toch, maar was erg blij dat haar kind veilig was.
Toen ik mij zo stond af te vragen waarom ze mij niet zagen hoorde ik een harde plons, maar waar ik mij bevond was geen water, en toen ik daar aandacht was ik onder water, er was een auto aan het zinken en er zat een vrouw in die auto die hard op de ramen sloeg en erg angstig keek, ze was in paniek en verloor het bewustzijn, opeens stonden we naast elkaar en keken elkaar aan, ik zei zo mevrouw dat was kantje boord hé, maar ze zei niets en reageerde niet op mij terwijl ze me recht aankeek, ik zwaaide nog voor haar ogen maar ze zag me niet ze stond te mompelen en zei hoe ben ik toch uit mijn auto gekomen en op de kant ik was aan het verdrinken.
Ik zag dat zij zeiknat was terwijl ik kurkdroog was ze was ergens naar opzoek, ik zag haar handtas drijven en gooide die op het droge, opeens zag ik dat ze stond te roken, dus was de inhoud van haar tas droog gebleven, ik zag dat het merk pall-mal was dat ze rookte, in haar andere hand hield ze een klein asbakje, wat mij van die auto is bij gebleven is dat ik die auto herkende als een groene klassieke fiat 850 wat niet echt mijn merk is.

Ik vraag mij af en verbaas mij.


Stel dat dit alles werkelijk heeft plaatsgevonden zoals omschreven, dan zal de reactie welke ik krijg op mijn [bde], uitwijzen of er al dan niet getwijfeld wordt aan mijn geestelijke vermogens, of dat de fantasie met mij aan de haal gaat, dus stel, dat ik tijdens dat ik in het licht was de mogelijkheid had gehad om iemand op aarde te redden in die toestand, dan lopen er ergens twee mensen rond die zichzelf afvragen hoe het komt dat ze in veiligheid zijn gebracht zonder er zelf een verklaring voor te hebben.

Een klein mannetje.


Het volgende wil mogelijk ook iets zeggen, alleen weet ik niet wat, er duikt steeds een klein mannetje op die levensgevaarlijke stunts uithaalt welke allemaal lijken om zichzelf van het leven te beroven, maar het lukt hem niet het loopt altijd goed af, hij wordt na zo’n poging altijd opgesloten en moet dan onder dwang iets eten wat hij beslist niet lekker vind.
De mensen die hem dat opdringen raken dan erg gefrustreerd dat er niets gebeurd als hij het uiteindelijk toch opeet lijkt het wel alsof ze hem proberen te vergiftigen.
Maar hij overleeft alles, hij klimt dan vaak naar de nok van dat gebouw en lijkt dan wat te zoeken tussen de balken, men heeft eens alles doorzocht naar wat men denkt waar dat mannetje naar zoekt omdat men van mening is dat hij iets inneemt wat hem tegen dit alles beschermd, maar men heeft nooit iets kunnen vinden.
Ook heeft dat mannetje een soort’koffie, adres’bij een oude vrouw, waar hij even tot rust komt, hij rookt dan twee sigaretten en gaat dan op weg, ik ben hem een keer gevolgd, maar raak hem steeds kwijt bij een vierkant gebouwtje zonder ingang, ook zitten er geen ramen in, toen hij rechts om dat gebouwtje liep, liep ik links om dat gebouwtje heen om hem dan tegen te komen, maar hij is dan gewoon verdwenen.
Het gebouwtje staat in een soort kaal, en dor niemandsland er komen uit alle vier de windstreken een weg op uit en als je dan zo’n weg adtuurd zijn ze allemaal hetzelfde, eindeloos lang en kaarsrecht, ik weet niet wat ik hier mee moet of dit wat betekend of iets wil zeggen, wie het weet mag het zeggen.

Ingestorte tunnel.


En zo liep ik in een stad rond waarin het leek alsof er een ontploffing was geweest, ik ben daar geen mens tegen gekomen, alles lag in puin, maar ik werd steeds als een magneet naar een half ingestorte tunnel getrokken waar ik dan voor bleef staan, er kwamen van heel veel mensen hulpgeroep uit die tunnel dat erg angstig klonk, maar ik durfde die tunnel nooit binnen te gaan, ik was daar erg bang voor, ook kwam er als ik zo voor die tunnel stond met hoge snelheid en luid toeterend een auto rijden waarvan de mensen die uit de ramen hingen allemaal onder het bloed zaten en dus wel dood moesten zijn, die auto reed dan dwars door mij heen maar raakte mij niet, hij vloog altijd over de kop en vloog dan met een harde knal in brand en loste dan voor mijn ogen in het niets op.
Er loopt ook steeds een grote hond met mij mee aan de andere kant van de straat als waar ik loop en als ik hem dan wil benaderen om een koekje met hem te delen lost ook deze hond op, die koekjes zijn de enige voedsel bron die ik eet, ze zijn smaakloos, maar er zijn er genoeg, er staan gebouwen die nog intact zijn er die staan er vol mee.

Boodschap.


Zo heb ik nog verschillende ontmoetingen met veel kleurrijke personen die ik maar moeilijk kan beschrijven omdat ze er nogal vreemd uitzagen als zijnde niet op aarde levende wezens, maar dat deze wezens noem ik ze maar mij da boodschap gaven met gedachten liefde geven aan je medemens want als je dat kan dan zal je ervaren dat wat je geeft het veelvuldig terug krijgt maar dat geld ook voor het slechte in de mens, alles wat je je medemens aandoet in negatieve zin blijft echt niet ongestraft ook dat krijg je op de een of andere manier veelvuldig terug op die manier die men van hogerhand in petto heeft of passend vind.
Ik heb van hogerhand een tweede kans gekregen met wat logische ingevingen over het leven.
Ideeën en/of verklaringen die niet bij mij passen omdat het mijn denken niet is maar die ik wel logisch vind, je moet je eigen keuzes maken en er dan het beste van proberen te maken, niemand krijgt meer op z’n schouder als dat je aankan, je moet zuinig zijn op het leven dat jou is gegeven, en al vind je het leven soms zwaar of oneerlijk en je overweegt er een eind aan te maken, dan is dat een klap in het gezicht van god, want hij geeft en neemt als jij je levenslot hebt volbracht is de beloning het licht, zij die het zonder ingrijpen van hogerhand denken te kunnen, hebben hun probleem welke zij tot die daad brachten niet opgelost, en zullen opnieuw geboren worden[les leren], om alsnog hun taak te kunnen volbrengen.
Je staat er niet alleen voor, sinds ik in het licht was zijn mijn denken en inzichten in een zo’n positieve manier veranderd dat mijn omgeving mij niet meer herkend, ik kan de innerlijke verandering die in mij gaande is niet onder woorden brengen, maar het is een goed gevoel, het hoort normaliter ook niet bij mij, maar ik geniet er wel van, het is een blij en fijn gevoel, ik ervaar het als een geschenk dat mij van dat mij is aangereikt van hogerhand en ik zal voortaan accepteren hoe alles nu op mijn weg komt, ik zal proberen om de rest van mijn leven de stem van mijn hart te volgen.

Was ik in een vorig leven een slecht mens?


Met die gedachten viel ik in slaap, maar werd met een ruk wakker en merkte dat ik in een bed lag, ik keek naar het plafond en ik zag dat er een soort krekel/sprinkhaan/of kakerlak of wat voor insect dan ook tussen een kier tevoorschijn kwam gevolgd door nog een en nog een enz enz , het werd een onophoudelijke stroom van insecten die het hele plafond bedekte en ze begonnen naar beneden te vallen, het leek wel insecten te regenen en ik werd er helemaal onder bedolven en was erg bang en raakte in paniek en sloeg wild om me heen waarop de meeste verdwenen en het plafond weer enigszins zichtbaar werd, tussen de diertjes verscheen een vierkant zwart vlak, uit het niets kwam een hand tevoorschijn die met witte lichtgevende letters begon te schrijven, de hand schreef, zo vuile moordenaar, daar ben je dan toch eindelijk jij verdiend de dood niet dan zou je er nogal makkelijk vanaf komen he, er werd mij van alles getoond wat maar slecht was en steeds die doordringende stem die zei ja kijk maar goed wat jou verleden is je zal dezelfde pijn voelen die je anderen aangedaan hebt, ik schreeuwde het uit en riep’’god help mij’’ waarop ik wakker werd als uit een droom, ik was zeiknat van het zweten en vroeg mij af waar ik was en dacht na wat overkomen was het leek allemaal zo levensecht, maar ik ben toch geen slecht mens en al helemaal geen moordenaar, of was dit een vorig leven dat ik al eens geleefd heb, ik hoop ook op deze vraag ooit eens antwoord te krijgen, dan zou ik misschien het geheel kunnen begrijpen. Terwijl ik niet weet of het bestaat, vorige levens , hoe kan iemand mij dan overtuigen?
Ik vond het allemaal erg verwarrend en viel opnieuw in slaap.

Een stem die mij terug stuurde.


Ik werd wakker van een irritant gepiep en zag dat er een apparaat naast mij stond dat je hartslag laat zien en horen tuut tuut ging het en het ging steeds langzamer zo langzaam dat het leek alsof er wel een minuut tussen zat tot de volgende hartslag, na verloop van tijd zag ik een donkere gedaante komen met een capuchon op en als je in die capuchon keek was alles zwart en hij had zijn handen in zijn wijde mouwen gestoken.
Ik lag in een kist van ruw hout en ik voelde dat men mij vervoerde, ook hoorde ik zware voetstappen wat leek op iemand, die op klompen op een betonnen vloer liep en hoorde een stem die steeds herhaalde; koos boos ook hoorde ik heel hard mijn hartslag opeens stond men stil en kwam ik met een harde plof neer men liet de kist gewoon vallen waardoor er een kier ontstond en ik kon zien waar ik was, er was een groot zwaar gordijn op een soort podium als van een toneel, er stonden twee duistere figuren die langzaan het gordijn openschoven en ik hoorde een hele aardige stem zeggen aanschouw je bent thuis, ik zag een hele mooie natuurlijke omgeving met aan het begin een pad, aan dat pad stond een bankje en daar zat een vrouw te roken, maar die vrouw kende ik, het was de vrouw die ik uit die zinkende auto had bevrijd als eerder beschreven, er lag een pakje Pal- Mall naast haar, ze hield ook dat kleine asbakje vast en ze glimlachte naar me als of ze me nu wel zag, ze zag me ook daadwerkelijk en zei tegen mij ‘’wij zullen elkaar weerzien’’ langzaam loste ze op, ik liep verder naar het eind van het paden zag allemaal gedaantes die langzaam vorm begonnen te krijgen, ik meende bekenden te zien, ook merkte ik dat er veel liefde en geluk heerste dat straalde je gewoon tegemoet, men zwaaide en wenkte naar mij maar toen ik over dat hekje wilde klimmen was het net alsof ik tegen glas aanklom, ik hoorde die aardige stem weer je mag nog niet, je bent nog niet klaar vertel de mensen hierover ze zullen je niet geloven maar blijf proberen ga er mee door.

Wat ik als ingegeven kreeg tijdens het schrijven.


Voor ik verder ga wil ik hier even op ingaan, ik heb veel heldere inzichten gekregen maar weet per definitie niet alles maar een zekerheid heb ik wel over het leven, en dat is dat je zelf de vrije keus hebt hoe jij je leven leeft, het leven kan o zo makkelijk zijn maar ook erg moeilijk, de mensen die mij van vroeger kennen zullen wel raar staan te kijken als ze mij zo horen praten tegenwoordig, zij zullen zeker denken dat er bij mij een steekje los zit maar ooit heeft god de tien geboden opgesteld om als voorbeeld te dienen hoe te leven, ik weet ze niet, ooit heb ik het geweten, maar ik weet wel als het mogelijk was, wij leefden in deze huidige tijd naar die geboden dan zou alle onrecht, oorlogen honger uit de wereld verdwenen zijn, daarom zal er een wonder moeten gebeuren, maar vanuit de mens gezien lukt dat niet en brengt mijn uitleg me bij de moeilijke kant van het leven, ons huidige leven is gebonden aan vele wetten en regels die zijn opgesteld door de mens, en daar knelt nou juist de schoen, het wordt je daardoor onmogelijk gemaakt te leven zoals god het bedoeld heeft voor de mens door al die voorschriften, kijk maar eens om je heen dan zal je ontdekken dat waar je de een tevreden stelt, doe je de andere met het zelfde tekort, het is een algemeen gegeven dat weten en regels worden opgesteld veelal om eigen voordeel maar dat is een kleine groep en in die groep komen ook weer meningsverschillen voor maar die worden dan intern naar ieders tevredenheid opgelost en dat heet dan regeren. Maar het volk is door die beslissingen vaak de dupe en betaalt uiteindelijk daar de tol voor, bedenk het zelf maargezondheidszorg belastingen en noem maar op.
Het zal nooit iemand lukken om iedereen op een lijn te krijgen er zullen altijd vooroordelen blijven en als ik naar mezelf kijk ik voldoe ook niet aan het ideaalbeeld voor de doorsnee mens, maar ik heb er maling aan de kritiek die men levert gaat meestal om je buitenkant ik denk dan mens kijk eerst eens naar jezelf in de spiegel en stel je zelf eens de vraag ben ik tevreden met wat ik zie, of zou ik iets veranderd willen hebben en geef jezelf dan eens eerlijk antwoord als je durft dan zal het antwoord jou verbazen dat je dan geeft over jezelf.
Dus denk daar dan aan voor je kritiek op een ander hebt ik zal me in ieder geval nooit meer anders voordoen dan wie ik ben, want wat je ook zal proberen het zal je nooit lukken om die ander te worden, jij bent wie je bent en dat is uniek er is er maar een van en niet te kopiëren, ik ben Koos gewoon Koos niets meer en niets minder, ik heb mijn masker afgezet ik weet wie ik ben en ik ben niet de persoon die ik in de spiegel zie dat is wat een ander ziet wie ik ben zit in die jas.
En dat ik de keus heb gemaakt om een andere weg in te slaan is mij echt niet in dank afgenomen hoor, maar het is mijn keusik heb altijd maar met de massa meegelopen omdat het zo hoorde, maar weiger dat nu want het maakt je doodongelukkig te leven zoals men vind dat het moet, ze begrijpen je opeens niet meer en vragen
‘’ben je ziek’’, of ‘’is er iets met je’’, maar de mensen die jou werkelijk nemen zoals jij werkelijk bent ook met verandering, werkt bevrijdend mogen zijn wie je werkelijk bent, die mensen noem ik vrienden. Mijn excuus dat ik deze uitleg zomaar tussen mijn verhaal van mijn bde zette.

Vreemde gewaarwording.


Ik zal verdergaan waar ik gebleven was mensen vertellen wat ik gezien heb.
Opeens zat ik op een maaimachine en maaide de mooiste parken ook snoeide ik de mooiste bomen en struiken, vooral als er bloesem aanzat ik snoeide bij wie maar wilde wat opviel is dat er nergens tuinafscheidingen waren, alles liep in elkaar over en vormde op zo’n manier een prachtig geheel het was allemaal zo mooi en kleurrijk.
En zo kwam ik al snoeiend in een gebied terecht waar het leven er minder rooskleurig uitzag, ik werd daar met gejuich verwelkomd omdat de mensen daar met het snoeiwerk een soort prijs konden verdienen die uit goederen bestond, iedereen kreeg datgene waar ze behoefte aan hadden zodat ze weer een heel seizoen tot de volgende ontmoeting konden overbruggen.
Zij leefden in, zoals ik het zag, in oude boerderijen zoals ik mij van mijn oom kan herinneren mijn oom was kippenboer en had wel 20.000 kippen, het rook er altijd naar petroleum spruiten en draadjesvlees dat altijd stond te pruttelen op van die petroleumstellen, daar leek het dus op maar dan zonder geur, voor het raam zat op een bankje de oude grijze boer, achter een hek stond een groot rund met lange horens, voor het hek stonden twee grote oude bomen met de takken in elkaar gegroeid, tussen die takken twee grote vleermuisachtige vogels met een lange gekromde bek met vlijmscherpe tanden, maar omdat die takken als een kooi om ze heen waren gegroeid konden ze er niet uit maar zo vertelde men als het rund stierf begonnen die takken te kraken en kwamen die vogels, noem ik ze maar, vrij en moest je maken dat je in veiligheid kwam, anders werd men opgevreten en moesten die mensen met gevaar voor eigen leven het kadaver onder hun bloesemboom begraven zodat het als mest kon dienen wanneer er dan een ander rund werden die beesten weer in gesloten en was de rust weergekeerd.

Nog meer vreemde ontmoetingen.


Opeens zat ik in een klein armoedig huisje op een kastje stond een schedel die als lamp diende, je kon als die lamp brandde de aders zien, heel raar vond ik dat ik leefde daar met een vrouw waarvan ik haar gezicht niet gezien heb, maar wij waren gelukkig, merkte ik, want ze gaf me soms zomaar een zoen en hield mij dan stevig vast, wij leefde in armoede maar wij wisten niet beter.
Buiten stond een soort hoenderhok waarin een klein formaat struisvogel huisde het vlees en de eieren waren onze enige voedselbron, het raakte nooit op de volwassen vogels hadden een ring om zich heen waarin de jongen zwommen.
Ik realiseerde me opeens dat ik door een bos rende ik voelde me opgewekt want ik ging naar mijn kroost, ik zag er uit als half mens half konijn, [ja lachmaar] ik had zes kleintjes en wij leefden van wat het land ons gaf, wij hielden van elkaar, ik deed erg mijn best om iets te verdienen om zo eens iets extra’s voor mijn vrouw te doen, ook zij gaf zo maar om niets een zoen of een knuffel en toen ik zo zat te dromen hoe ik haar zou kunnen verrassen stopte er een auto naast onze pipowagen, wij hadden hem niet aan horen komen omdat hij bijna geen geluid maakte, het waren twee nogal vreemd uitziende mensen , excentriek zeg maar, ze waren erg aardig en stelden voor om van levensstijl te ruilen omdat zij oud waren en rust zochten en ons armoedig bestaan best wel wilde ruilen, wij zouden er alles voor terugkrijgen waar wij van droomden nou wij wilde maar wat graag, waarop de man zijn sleutels overhandigde en zich terugtrok in onze pipowagen en wegreed wij op onze beurt stapte in onze nieuwe aanwinst en reden een nieuw leven tegemoet, nou dat loog er niet om een groot huis aan het water een boot aan de steiger nog een auto in de garage, voormijn vrouw lag er een handtas met een briefje erbij waarop stond voor de nieuwe vrouw des huizes en wat ze er ook uithaalde het werd meteen weer aangevuld voor de kinderen was van alles zes zodat ze nooit ruzie konden maken, het deed mij verbazen dat de fietsjes die van een soort glas waren, ook de wielen, maar er brak geen scherfje vanaf op de harde stenen.
Ik besefte opeens dat ik aan een tafeltje zat tegenover een heel eng mannetje met zo’n doodbiddersgezicht ik dacht nog’’nou die mag ook wel eens in de zon gaan zitten’’, ik mocht dit ventje totaal niet, dit gluiperige mannetje zat er over op te scheppen hoe makkelijk hij van behoeftige mensen een handtekening onder een contract kreeg ten gunste van hem waardoor hij zo in het bezit kwam van hun eigendommen welke van waarde waren er zijn me geen details bijgebleven hoe hij dat deed.

Oorlog’s beelden.


Toen ik buiten kwam liep ik door een straat met allemaal stuk geschoten huizen en zag ik hoe overal mensen tevoorschijn kwamen, ze kwamen zelfs onder de grond vandaan, ze waren allemaal erg mager en smerig en sommige waren gewond hun kleding was veelal kapot maar ze waren allemaal blij en opgewonden en lachten en liepen allemaal naar een bepaalde richting dus besloot ik ze te volgen, ik zelf zag er ook smerig uit en mijn kleren waren ook kapot en ik stonk verschrikkelijk en zat onder de zweren, ik schat dat ik ongeveer 6 jaar oud moet zijn geweest, toen we bij een gebouwtje aankwamen, hoorde ik vrouwen huilen, ik hoorde geschreeuw en gevloek en ving op’’scheer kaal die kop van die moffenhoer’’, het leek wel een filmopname.
Ik bemerkte dat ik door een bos liep zomaar opeens ik was soldaat en had een gewonde soldaat over mijn schouder, we moesten steeds over omgevallen bomen klauteren, het zag eruit alsof het hard gestormd had, we waren doodmoe hongerig en erg vervuild, mijn maat die ik droeg zei steeds houd moed wij redden het wel je word beloond hoe het afliep weet ik niet ik liep nu weer over de zeebodem er was een grote krater waar al het water in was weggelopen, opeens werd ik door elkaar geschut en ik realiseerde mij dat ik op een schip zat in een zware storm het schip was aan het zinken ik was erg bang en ik huilde want ik kon er niet uit .Kan je het allemaal nog volgen, wat verwarrend allemaal he wat zal dit allemaal betekenen?

Het zien van mezelf en het ontwaken.


Plotseling stond ik in een hele schone ruimte, ik stond voor een stang of hekje waarop ik leunde ik keek naar beneden en zag een bed staan dat langzaam heen en weer bewoog[kantelde] die persoon die op dat bed lag was er niet best aan toe, er stonden mensen om dat bed heen die mij bekend voorkwamen maar die ik niet herkende van naam, die persoon lag op van alles aangesloten, veel draden, leidingen, flessen, apparaten, ik vond het maar niets en wilde weg.
Opeens schrok ik wakker en merkte dat ik in bed lagen dat iemand een kaartje aan mij vastmaakte, ook werd er een laken over mij heen getrokken, ik voelde dat ik weggereden werd toen ik uiteindelijk stopte werd ik opgetild en in een soort bak gelegd, toen het laken weg werd getrokken zag ik waar ik was, het was een soort magazijn met stellingen met allemaal verschillende vakken die vol lagen met verschillende botten en boven die stelling was een brede plank waar allemaal schedels op stonden, ik schrok me kapot en dacht waar ben ik in hemelsnaam beland, hoe hard ik ook riep er kwam geen geluid, ook kon ik mij niet bewegen er kwam een vent met een hogedrukspuit en die begon het vlees van mijn lichaam te spuiten. Ik schreeuwde het uit ‘’he joh heb je soms stront in je ogen kijk dan ik ben niet dood’’, maar hij hoorde me niet, toen hij klaar was haalde men mijn skelet uit elkaar en werden mijn botten verwerkt als auto onderdelen en plaatsten ze mijn hart onder de motorkap als motor, toen reden ze me terug naar een grote zaal waar allemaal dokters en verpleegsters met camera’s stonden ook was er een tv opname, mijn zoon stapte in de [auto] en startte mijn motor[hart] en reed een rondje om het ziekenhuis, tijdens de rit hoorde ik dat mooie koor weer met die heldere zuivere muziek en voelde ik mij intens gelukkig, toen de auto stopte stond ik voor die lieve aardige man met zijn mooie witte haar en lange baard, dat gluiperige mannetje met het doodgravergezicht stond naast hem en toen ik hem wilde vragen wat voor betekenis al deze vreemde gebeurtenissen voor mij hebben werd ik door elkaar geschud, ik voelde een enorme pijn en voelde mij ziek en beroerd, een stem noemde mijn naam en toen ik mijn ogen open deed stond er een man in een witte jas over mij heen gebogen, ik keek hem kwaad aan’’waarom laat u mij niet slapen’’, maar hij zei alleen maar’’hallo meneer, kunt u mij horen en weet u waar u bent, u heeft een ernstig ongeluk gehad en u ligt in het ziekenhuis, weet u wat voor dag het is en meer van dat soort vragen die men standaard stelt, ik kon op alles antwoord geven, maar toen ik antwoord gaf op wat voor dag het was en ik antwoordde’’ja het is 8 mei want mijn zoon is jarig ik kom er net vandaan’’, de dokter glimlachte om mijn antwoord en zei het is 16 mei , hoor’’toen werd ik erg boos en zei’’, je moet niet denken dat ik gek ben hoor’’, u maakt mij in de war, het is 8 mei, waarop iemand een krant pakte en daar stond toch echt vrijdag 16 mei maar voor mijn gevoel had ik even een dutje gedaan van hooguit een uurtje ik vond het erg verwarrend, maar toen ik de datum in de krant had zien staan moest ik het wel geloven, want een krant druk je geen acht dagen vooruit dat kan niet ik heb lang liggen piekeren en vroeg mezelf af heb ik dit alles gedroomd of heb ik dit alles werkelijk meegemaakt het was alles zo levensecht en toen ik vroeg hoe het was met die man op het[ kantelbed] keken ze me allemaal vreemd aan omdat ik nooit van het bestaan van dat bed afgeweten kon hebben, omdat dat bed op de dag dat ik werd binnengebracht net geïnstalleerd werd en het een experimenteel bed was en er maar een was en ongewild was ik een testpersoon geweest, het had mijn leven gered zei men ze vroegen of ik het gevoeld had of ik er op gelegen had, op zo’n moment schieten er allemaal verwarrende gedachten door je kop, zou ik dan naar mezelf hebben staan kijken, maar ik kon niet staan, ik had mijn rug gebroken en een ernstig verbrijzeld been, ook had ik een partiele dwarslaesie met verlammingsverschijnselen, mijn onderlichaam was gevoelloos toen ik dat alles goed tot mij door liet dringen en iemand had mij gevraagd’’kan jij dit verklaren?’’
Nee, als iemand mij daar heden ten dage antwoord op kan geven graag.
Als wat ik beleefd[ervaren] heb en als dit werkelijk een bde is wat ik beleefd heb en dit is wat een mens te wachten staat na jou overlijden, dan ben ik in ieder geval niet meer bang voor de dood.

Zoals ik het nu zie na mijn bde.


Ik heb mij mogelijk kwetsbaar gemaakt door dit met iedereen te willen delen dan moet het maar zo zijn, dan hoop ik maar dat het eens door iemand gelezen word uit mijn directe omgeving wassenaar, en dat het genoeg vertrouwen bij die persoon heeft gegeven om mij eens op de koffie te vragen om dan in zo’n gesprek even mezelf kan en mag zijn als ik over mijn bde praat, dat is in mijn directe omgeving niet mogelijk omdat er volop de spot met mij gedreven word, lieve mensen ik ben geen leugenaar of fantast en er is ook niets mis in mijn bovenkamer, ik wil slechts delen wat ik gezien en dat heb ik opgeschreven maar neem van mij aan wanneer je het gevoel krijgt van mensen die jou dierbaar zijn die jou niet serieus nemen dan voel je je erg ongelukkig en eenzaam en verlang je naar een arm om je heen, ik verwacht echt niet dat ze mij geloven dat had ik ook niet gedaan in normale omstandigheden het is ook normaal dat die gedachten bij je opkomen, ik zelf dacht ook altijd als ik zo iets hoorde of las of iets op tv zag in die richting dan vroeg ik mij ook af of die persoon wel goed bij zijn hoofd was of soms iets geestverruimends had genomen, ik moest er altijd smakelijk om lachen en maakte er dan kwetsende opmerkingen over maar dan gebeurd het.
Je ervaart het zelf, jij altijd met je grote bek, ja mensen ik wist mij geen raad meer ik dacht’’wordt ik nou gek dit kan toch niet’’en durfde er met niemand over te praten, dat liet ik na de eerste uitspraken wel uit mijn kop, in het ziekenhuis begon ik toen ik goed bij mijn positieven was gekomen honderduit te praten toen ik om mijn gebit vroeg die ik niet eens had en om mijn konijnenbroek, toen werd er erg getwijfeld aan mijn geestelijke vermogens, ik werd recht in mijn gezicht uitgelachen en dacht men dat er iets mis was met mijn hersens, of opmerkingen wat voor pilletje heb je nu weer gehad en dan klap je dicht en denk je barst allemaal maar, ik hield mijn mond voortaan dicht en omdat ik nergens een luisterend oor vond ben ik het van mij af gaan schrijven voor als ik het niet meer zag zitten of me er beroerd onder voelde van het niet begrepen worden, dan las ik dit schrijven even en dacht dan’’oké het staat er zoals het staat en ik verander er geen woord aan het is de waarheid’’[mijn waarheid] ik geloof dat de hemel bestaat en dat ik er geweest ben, ik weet nu ook dat god wel moet bestaan, al voel ik het niet zo daar moet ik eerlijk in zijn of ik moet dat gevoel niet kennen want het voelt sinds mijn bde heel goed binnen in mij, een fijn gevoel die ik nooit gekend heb en dat gevoel is niet meer weggegaan ook weet ik dat het leven niet eindigt na overlijden.
Het gaat gewoon door al is het dan zonder lichaam, [jas] ik laat iedereen in zijn waarde om te geloven waar hij of zij van overtuigd is, ik ben er van overtuigd dat het niet uitmaakt wie of wat je bent dun, dik, hetero, homo zwart, wit, arm, rijk, mooi, lelijk , groot, klein ben ik nog iets vergeten?
Het is veelal de buitenkant waar je op word veroordeeld wanneer zo iemand te kortzichtig is daar iemand op te beoordelen is zo’n persoon een arm mens al is die mens nog zo rijk. De werkelijke mens zit van binnen en als het de mens gegeven zou zijn om eens van al die verschillende individuen door de buitenkant te kunnen kijken om dan de ware mens te kunnen zien.
Dan zal je volgens mij de meest vreemde stellen kunnen krijgen omdat je dan ontdekt dat wij er van binnen precies het zelfde uitzien, dat de buitenkant er totaal niet toe doet en wanneer je dan ontdekt dat het denken van die verborgen ziel jou wel aanspreekt omdat jij er in principe hetzelfde overdenkt dan heb je volgens mij je maatje[zielsverwant] gevonden, koester dat dan en omarm het want dan heb je het geluk gevonden, die gevoelens komen recht uit je hart en heet liefde voor je medemens, dat straal je uit dat kan je niet spelen, je kan het voor niemand verbergen men zegt wel eens’’de ogen zijn de spiegel van je ziel’’.
Als iemand jou kan nemen zoals je bent met of zonder gebrek dan is dat een prachtig geschenk van die ander dat noemt men liefde, er zullen ongetwijfeld mensen zijn die ergens mee zitten, maar dat niet kenbaar maken omdat ze zich er misschien voor schamen of voor schut denken te staan, tegen die mensen wil ik zeggen doe het niet als die ander het werkelijk met je meent, dan maakt het toch niet uit als je afgaat bij die vriend, hij of zij houdt toch van je , als je dan ontdekt dat het jou leven een stuk aangenamer had gemaakt als je de waarde van een vriend eerder herkend had is het toch zonde van de kostbare tijd die je verspild hebt, ga er voor het leven is te kort en te kostbaar om het te verspillen maar het zal jouw keus zijn die dat bepaalt hoop dat je doet wat goed voor jou is.
Ikzelf zal mogelijk nog vaak op mijn bek gaan, want ik ben ook niet perfect, maar hoop dat ik er van zal leren, zodat ik de juiste keuzes maak om een beter mens te zijn en mogelijk als voorbeeld kan en mag zijn voor iemand, het maakt niet uit wie, die het even niet ziet dit schrijven bij iemand terecht mag komen, die mij een verklaring kan geven over mijn bde zodat ik kan begrijpen wat de reden is wat mij overkomen is[waarom ik]

Koos.

Je kan mij altijd contacteren via “contacteer mij”

Bekijk ook

Heide (1955 - 1996)

Heide (1955 – 1996)

We speelden verstoppertje aan de rand van het bos (een twintigtal meter van de rijbaan Kalmthout-Heide-Putte verwijderd) schuin over de ingang van 't natuurreservaat. ’t Was een zonnige zomerse namiddag.