Home => Dierenwereld => Para-psychologie bij dieren => De plaats van het kind in de roedel, vanuit het oogpunt van de hond

De plaats van het kind in de roedel, vanuit het oogpunt van de hond



Kinderen en hun eigen hond


Kinderen en aandacht:


Niet doen

  • De hond wegsturen als het kind aandacht krijgt
  • Op de hond mopperen als hij interesse toont in een kind
  • De hond pas leren op zijn plaats (bench, mand) te blijven als het kind als in huis is.

Wel doen

  • Geef de hond aandacht of lekkers in het bijzijn van het kind
  • De hond verband laten leggen tussen ‘kind’ en ‘leuk’, door hem bijvoorbeeld elke keer iets lekker te geven als u gaat voeden of verschonen, of door hem mee uit te nemen met de kinderwagen
  • De hond al tijdens de zwangerschap een eigen veilige plek geven, en rustig leren daar op commando naar toe te gaan en te blijven, liefst met een lekker botje


Kinderen en respect


Niet doen

  • Het kind naar de hond toe laten lopen of kruipen, zéker niet als die in zijn mand ligt
  • Het kind zich laten bemoeien met een hond die aan het eten is, of een speeltje, kluif heeft
  • Kinderen hard laten schreeuwen en rennen in de buurt van de hond
  • Kinderen over de grond laten kruipen in de buurt van de hond
  • Kinderen de hond laten uitdagen of commanderen


Wel doen

  • De hond naar het kind toe laten komen om iets leuks te gaan doen
  • Het (iets oudere) kind de hond uit de hand laten voeren, tenzij de hond ‘baknijd’ heeft of erg gespannen is tijdens het eten
  • Kinderen met de hond laten spelen door bijvoorbeeld een zoekspelletje, waarbij het kind een brokje mag verstoppen dat de hond moet zoeken. Beiden vinden het geweldig, voor de hond is het niet bedreigend, en kind en hond krijgen een betere band

Kinderen en vreemde honden


Niet doen

  • Het kind de hond laten aanstaren (dit vindt een hond bedreigend)
  • De kinderen alleen met de hond de straat op sturen
  • Het kind over de nek van de hond laten hangen
  • Het kind de hond opdrachten laten geven
  • Een kind een vreemde hond laten aaien
  • Een kind bang maken voor honden
  • Het kind laten gillen of wegrennen als er een hond aankomt (hoe harder het gilt of rent, hoe interessanter een hond het kind zal vinden)
  • Het kind met zijn handjes naar de hond laten slaan, of de handjes in de lucht laten steken

Wel doen

  • Het kind leren langs de hond heen te kijken
    De hond en de kinderen samen mee uit nemen voor een leuke wandeling
  • Het kind leren de hond rustig over de borst te aaien
  • Zorgen voor een leuk spelletje met kind en hond
  • Leer uw kind drie regels voor het aaien van honden Leer een kind om te gaan met honden
  • Leer een (bang) kind rustig stil te blijven staan als er een hond aankomt, en de andere kant op te kijken
  • Leer een kind om de handjes in de zak of op de rug te houden. (de meeste honden weten uit ervaring dat er in de handen vaak iets lekker zit, en zullen dus juist daar op af gaan. Bij handjes op de rug zal een hond er misschien even aan ruiken, maar snel zijn interesse verliezen)


Leer uw kind drie regels voor het aaien van honden:

  1. Eerst vragen aan je moeder of vader (en als die er niet is: niet aaien!!)
  2. Dan aan de baas van de hond vragen (en als die er niet is: niet aaien!!)
  3. Als je van allebei mag aaien, moet je het aan de hond vragen: steek voorzichtig je hand uit en kijk of de hond naar je toekomt.


Zo nee, dan heeft hij er geen zin in en moet je hem met rust laten.
Zo ja, kriebel hem dan rustig ONDER zijn kin of op zijn borst.
Aai hem niet over zijn kop, de meeste honden vinden dat helemaal niet leuk


misvattingen:

“Hij ziet er zo lief uit”;

“Hij kwispelt met z’n staart”;

“Wij hebben zelf ook een hond”



Twaalf gouden regels voor kinderen in de omgang met hun hond

  1. Behandel je hond zoals je zelf behandeld wilt worden.
  2. Een hond kan er nog zo lief uitzien, ga niet op hem af zonder het aan z’n baas te vragen.
  3. Bedreig een hond nooit.
  4. Kijk een hond niet star recht in zijn ogen.
  5. Ga niet aan de hond zijn staart trekken of er op staan.
  6. Stoor de hond niet tijdens het eten.
  7. Als je met een hond wilt spelen, let dan vooral op zijn sterke tanden.
  8. Kom nooit tussen vechtende honden en ga er zeker niet aan trekken.
  9. Ook al ben je bang van honden, ren nooit hard weg van een hond.
  10. Jij hebt twee handen; de hond heeft alleen maar zijn tanden om iets vast te houden.
  11. Als je met een hond speelt, let dan op dat er een volwassene in de buurt is. Zeker met vreemde honden.
  12. Geen enkele hond is hetzelfde.

Inge Pauwels – Toscanzahoeve

Bekijk ook

Verlatingsangst bij honden

Verlatingsangst bij honden

De laatste tijd is het weer een “hot item”. Zowel in veel bijscholingslessen, als bij eindwerken van studenten als in de media. Het grote en meest voorkomende probleem is echter het niet alleen kunnen zijn ipv echte scheidingsangst.