Kinderen en hun eigen hond
Kinderen en aandacht:
Niet doen
- De hond wegsturen als het kind aandacht krijgt
- Op de hond mopperen als hij interesse toont in een kind
- De hond pas leren op zijn plaats (bench, mand) te blijven als het kind als in huis is.
Wel doen
- Geef de hond aandacht of lekkers in het bijzijn van het kind
- De hond verband laten leggen tussen ‘kind’ en ‘leuk’, door hem bijvoorbeeld elke keer iets lekker te geven als u gaat voeden of verschonen, of door hem mee uit te nemen met de kinderwagen
- De hond al tijdens de zwangerschap een eigen veilige plek geven, en rustig leren daar op commando naar toe te gaan en te blijven, liefst met een lekker botje
Kinderen en respect
Niet doen
- Het kind naar de hond toe laten lopen of kruipen, zéker niet als die in zijn mand ligt
- Het kind zich laten bemoeien met een hond die aan het eten is, of een speeltje, kluif heeft
- Kinderen hard laten schreeuwen en rennen in de buurt van de hond
- Kinderen over de grond laten kruipen in de buurt van de hond
- Kinderen de hond laten uitdagen of commanderen
Wel doen
Kinderen en vreemde honden
Niet doen
Wel doen
De hond en de kinderen samen mee uit nemen voor een leuke wandeling
Leer uw kind drie regels voor het aaien van honden:
- Eerst vragen aan je moeder of vader (en als die er niet is: niet aaien!!)
- Dan aan de baas van de hond vragen (en als die er niet is: niet aaien!!)
- Als je van allebei mag aaien, moet je het aan de hond vragen: steek voorzichtig je hand uit en kijk of de hond naar je toekomt.
Zo nee, dan heeft hij er geen zin in en moet je hem met rust laten.
Zo ja, kriebel hem dan rustig ONDER zijn kin of op zijn borst.
Aai hem niet over zijn kop, de meeste honden vinden dat helemaal niet leuk
misvattingen:
“Hij ziet er zo lief uit”;
“Hij kwispelt met z’n staart”;
“Wij hebben zelf ook een hond”
Twaalf gouden regels voor kinderen in de omgang met hun hond
- Behandel je hond zoals je zelf behandeld wilt worden.
- Een hond kan er nog zo lief uitzien, ga niet op hem af zonder het aan z’n baas te vragen.
- Bedreig een hond nooit.
- Kijk een hond niet star recht in zijn ogen.
- Ga niet aan de hond zijn staart trekken of er op staan.
- Stoor de hond niet tijdens het eten.
- Als je met een hond wilt spelen, let dan vooral op zijn sterke tanden.
- Kom nooit tussen vechtende honden en ga er zeker niet aan trekken.
- Ook al ben je bang van honden, ren nooit hard weg van een hond.
- Jij hebt twee handen; de hond heeft alleen maar zijn tanden om iets vast te houden.
- Als je met een hond speelt, let dan op dat er een volwassene in de buurt is. Zeker met vreemde honden.
- Geen enkele hond is hetzelfde.