I – Het bestaan


Deze naakte gestalte zit op het lotusblad van de volmaaktheid en kijkt naar de schoonheid van de nachtelijke hemel. Ze weet dat ‘thuis’ geen materiële plek in de wereld buiten ons is, maar een innerlijke staat van ontspanning en acceptatie. De sterren, de rotsen, de bomen, de bloemen, de vissen en de vogels – in deze levensdans zijn ze allemaal onze broers en zussen. Wij mensen vergeten dat gauw, want we hebben het druk met onze eigen beslommeringen en denken dat we alleen krijgen wat we nodig hebben als we ervoor vechten. Maar uiteindelijk is ons gevoel van gescheidenheid een illusie, die ontstaan is door de kortzichtige geoccupeerdheid van het denken.

Nu is het de tijd om te zien of je jezelf wel toestaat dit bijzondere geschenk in ontvangst te nemen: je ‘thuis’ te voelen waar je ook bent. Is dat het geval, zorg er dan voor dat je de tijd neemt om ervan te genieten, zodat het zich kan verdiepen en bij je blijft. Als je daarentegen het gevoel hebt dat de wereld het op je gemunt heeft, wordt het tijd om er even tussenuit te gaan. Ga vanavond naar buiten en kijk naar de sterren.

Je bestaat niet toevallig. Het bestaan heeft je nodig. Zonder jou ontbreekt er iets aan het bestaan dat niemand kan vervangen. Daaraan ontleen je je waardigheid, dat het hele bestaan je zal missen. De sterren en de zon en de maan, de bomen en de vogels en de aarde – alles in het heelal zal een leegte voelen die door niemand kan worden opgevuld behalve door jou.

Dit bezorgt je een immense vreugde, een gevoel van vervulling, dat jij verwant bent aan het bestaan en dat het bestaan om je geeft. Als je eenmaal schoon en helder bent, kun je merken dat een geweldige liefde uit alle dimensies op je neerdaalt.

(Uit: God is dead: Now Zen is the only living truth, hoofdstuk 1)

Bekijk ook

XVI - De donderslag

XVI – De donderslag

De kaart laat een toren zien die in brand staat, verwoest wordt, uit elkaar spat. …