Grijze dagen afgewisseld met zon. Wat een heerlijkheid om nog steeds buiten te kunnen zitten. Wij hebben een heel warm plekje achter het huis. Als de zon maar even schijnt is het daar al heerlijk warm. Dus zit ik buiten appeltjes te schillen voor de appelmoes, hete bliksem en appeljam met munt. Nog even de laatste zonnestralen op mijn huid en laat dan de kou en de grijsheid maar komen. Hier en daar beginnen mensen alweer te kuchen en snotteren. Denk aan de vlierbessen(hoest)siroop om op een natuurlijke manier van de hoest af te komen en de vitamines aan te vullen. En ga als het even kan in de zon zitten om energie op te doen.
Het is vroeg herfst geworden. De vruchten en bessen waren vroeg klaar. Op dit moment zijn er volop kastanjes. Wilde én tamme kastanjes.
Laat ik maar eens beginnen met een recept: Zoete kastanjecrème.
Daarvoor heb je nodig:
- 200 gram tamme kastanjes,
- 2 eetlepels (ahorn)stroop,
- 1 eetlepel citroensap,
- 1 eetlepel geraspte citroenschil,
- evt. ½ theelepel vanille-essence.
Het gaat als volgt:
Kook de tamme kastanjes (even een kruisje in de schil zetten) in een halve liter water in een uur gaar. Giet de kastanjes af maar bewaar het water! Pureerblender de kastanjes met de stroop, het citroensap en de schil.
Is de puree aan de droge kant, voeg dan wat kookwater toe. Maak de puree eventueel op smaak met wat vanille-essence.
Serveer de puree warm bij lof of boontjes. Of bewaar in de koelkast en beleg er een beschuitje of geroosterd broodje mee.
Een tamme kastanjestruik geeft pas vruchten op zijn 25ste verjaardag. Dat maakt het vinden van tamme kastanjes wel heel bijzonder. De tamme kastanjes uit hun bolster halen is een heikele zaak. De stekels zijn heel scherp, de kastanjes worden goed beschermd. Maar bij het verzamelen is het enthousiasme groot en prikken is onvermijdelijk. Alleen kastanjes verzamelen die stevig aanvoelen en zonder gaatjes.
Heel mooi vind ik dat er vaak maar een dikke kastanje is met twee beschermende kastanjes er omheen. In de geneeskunst is niet zo heel veel te vinden over de tamme kastanje. De bladeren worden gebruikt om thee van te zetten. De voorjaarsbladeren zijn dan het sterkste in hun werking namelijk om prikkelende hoest te bestrijden.
Mijn remedie is: ga lekker wandelen en kijk uit naar tamme kastanjes. Om te poffen, puree of heerlijk broodbeleg van te maken. De wilde kastanje of paardekastanje heeft geen ‘lekkere’ waarde. Zijn naam heeft hij waarschijnlijk te danken aan het gebruik bij drachtige merries in Perzië. Het verzamelen is er echter niet minder leuk om. De prachtige glanzende, diepbruine vruchten.
De glans kun je behouden door ze in te wrijven met bijenwas. Maak er eens een krans van voor op de deur of om op een schaal te leggen.
De wilde kastanje gebruik ik om zalf van te maken. Deze zalf helpt bij Carpaal Tunnel Syndroom, spataderen en bij sommige mensen bij RSI.
Een leuk huismiddeltje is: wasmiddel. Gedroogde, gepelde en fijngemaakte wilde kastanjes leveren een poeder op dat als wasmiddel gebruikt kan worden. Eén lepel poeder in een washandje, goed afsluiten! Dit is genoeg voor ongeveer 5 kilo linnengoed. Gebruik het voor de kookwas, het wordt helder wit.
Veel plezier en verzamel ze.
Een kruidige groet van Marjanne Huising