Het gebruik van edelstenen en mineralen is niets nieuws. Ze werden in de oudheid door vele natuurvolken met veel gevoel gebruikt om hen te helpen. Die varieerden van het helpen van ziekten tot het gebruik bij rituelen,voor het gunstig stemmen van de goden en bij vele andere magische gebruiken.
Het lag voor de hand dat zij gebruikten wat in hun directe omgeving aanwezig was. Ze aten wat er in hun territorium groeide en gingen in dat gebied op jacht. Zo gebruikten ze planten, dieren en dus ook stenen. Ze geloofden in machten en geesten en dachten dat die geesten in een persoon of voorwerp konden gaan wonen en zo een sterke invloed hadden. Ze zagen vaak ziekten als een straf van die geesten, en zo ontstond ook de behoefte om zich daartegen te gaan beschermen. Ze zochten naar middelen om de geesten gunstig te stemmen. Zo ontstonden offerrituelen en magische gebruiken. Daarbij werden ook stenen gebruikt. Dat was het eerste begin. Medicijnmannen hebben veel met stenen en mineralen gewerkt, bij alle oude natuurvolken. Ze gebruikten ze vaak als talisman of amulet
Later, toen er meer nomaden kwamen, werden stamgebruiken vermengd en ervaringen uitgewisseld, zodat er meer mogelijkheden kwamen om te genezen van ziekten en van ‘boze’ krachten. Dat edelstenen en mineralen een uitwerking hadden was voor deze natuurvolken vanzelfsprekend. Ze zagen en voelden de werking veel beter aan dan de nuchtere, van de natuur vervreemde mensen van onze tijd.
Toen er een tijd kwam waarin er meer over water en land gereisd en gehandeld werd met andere volken, werden ook alle ervaringen die waren met edelstenen en mineralen uitgewisseld. En stenen van andere landen werden naar hun eigen land meegenomen. De oorsprong van de hedendaagse edelsteentherapie ligt dus bij de oude natuurvolken. Nog steeds werken wij met gegevens die door overleveringen bij ons zijn terechtgekomen. En het mooiste is dat ook nu weer alle ervaringen uit onze tijd daaraan toegevoegd kunnen worden.