Doe de dingen van elke dag met een ontspannen gewaarzijn. Als je eet, wees dan totaal in je eten: kauw totaal, proef totaal, ruik totaal. Raak je brood aan en voel de structuur. Ruik het brood, geniet van de geur. Kauw het, laat het opgenomen worden in jezelf en blijf bewust – dan ben je in meditatie. En deze meditatie staat niet los van het leven.
Als meditatie los van het leven komt te staan, is er iets fout. Dan wordt ze levens-ontkennend. Dan ben je rijp om naar een klooster te gaan of naar een grot in de Himalaya. Dan wil je het sociale leven ontvluchten omdat dit je van je meditatie lijkt af te leiden. Het leven is niet iets dat afleidt, het biedt je de mogelijkheid tot meditatie.
Een discipel kwam op bezoek bij Ikkyu, zijn meester. De discipel had zich al een poos in meditatie geoefend. Het regende en daarom liet hij voordat hij naar binnen ging, zijn schoenen en paraplu buiten achter. Na de vormelijke begroeting vroeg Ikkyu hem aan welke kant van de schoenen hij zijn paraplu had neergezet.
Wat een vraag, zeg…? Je verwacht van meesters niet dat ze zulke nonsensicale vragen stellen. Je verwacht dat ze vragen stellen over God, over kundalini die opstijgt, over het zich openen van chakra’s, over flitsen van inzicht in je hoofd. Je stelt vragen over belangrijke zaken als occulte en esoterische onderwerpen. Maar Ikkyu stelde een heel alledaagse vraag. Geen christelijke heilige zou hem hebben gesteld, en ook jainamonniken en hindoeswami’s stellen zo’n vraag niet. De vraag mag je alleen verwachten van iemand die één is met de Boeddha, die in de Boeddha is, die zelf een Boeddha is. De meester vroeg hem aan welke kant van zijn schoenen hij zijn paraplu had neergezet. Wat hebben schoenen en een paraplu nu uit te staan met spiritualiteit? Als dezelfde vraag aan jou was gesteld, zou je je geërgerd hebben gevoeld. Wat is dat nu voor een vraag?
Maar er schuilt iets ongelooflijk waardevols in. Had hij een vraag gesteld over God, over je kundalini en chakra’s, dan zou dat flauwekul geweest zijn, volslagen zinloos. Maar deze vraag is zo gek nog niet. De discipel wist het niet meer. Wie let er nu op zijn schoenen, waar hij ze heeft gelaten en aan welke kant hij zijn paraplu heeft neergezet, links of rechts? Wie kan dat wat schelen? Wie schenkt nu zoveel aandacht aan paraplu’s? Wie denkt er na over zijn schoenen? Wie is zo oplettend?
Maar Ikkyu had genoeg gehoord. De discipel werd afgewezen. Ikkyu zei: ‘Ga jij nog maar eens zeven jaar mediteren.’
‘Zeven jaar!’ zei de discipel verbaasd. ‘Alleen voor die kleine fout?’ ‘Fouten zijn niet klein of groot,’ zei Ikkyu. ‘Je leeft gewoon nog niet meditatief genoeg. Ga terug, mediteer nog zeven jaar en kom dan maar weer eens.’
De kern van de boodschap is: wees oplettend, schenk aan alles aandacht. Maak geen onderscheidingen als: dit is iets banaals en dat is spiritueel. Het hangt van jou af. Schenk aandacht, wees oplettend en alles wordt spiritueel. Schenk geen aandacht, wees niet oplettend en alles wordt onspiritueel.
De spiritualteit wordt erin gebracht door jou , het is jouw bijdrage aan de wereld. Als een meester als Ikkyu zijn paraplu aanraakt, is die paraplu zo goddelijk als iets maar kan zijn. Meditatieve energie werkt alchemistisch. Ze transformeert het onedele metaal in goud, ze transformeert altijd het lagere in het hogere. Op de hoogste top is alles goddelijk. Deze wereld is het paradijs en dit lichaam is de boeddha.