Hel en hemel zitten binnen in je. De deuren bevinden zich vlak naast elkaar. Je kunt met de rechterhand de ene deur openen en met de linkerhand de andere. Een lichte verschuiving in je gedachten en je innerlijk ondergaat een transformatie: van de hemel naar de hel en van de hel naar de hemel. Als je iets op een onbewuste manier doet, zonder bewustzijn, ben je in de hel. Als je iets op een bewuste manier doet, met je volle bewustzijn, ben je in de hemel.
Zenmeester Hakuin is een van die zeldzame mensen die tot volledige bloei komen. Er kwam eens een krijger bij hem, een samoerai, een groot soldaat, die hem vroeg: `Bestaat er een hel, bestaat er een hemel? Als hel en hemel bestaan, waar vind ik dan de toegang? Hoe kom ik er binnen? Hoe kan ik vermijden dat ik in de hel kom en hoe kan ik voor de hemel kiezen?’ Hij was maar een eenvoudige krijger. Een krijger is altijd een eenvoudig iemand, anders zou hij geen krijger kunnen zijn. Een krijger kent maar twee dingen, leven en dood, en zijn leven zet hij altijd op het spel, hij neemt altijd grote risico’s. Hij is een eenvoudig iemand. Hij kwam niet naar Hakuin om onderricht te krijgen. Hij wilde weten waar de poort was zodat hij aan die van de hel kon voorbijlopen en die van de hemel binnengaan.
En Hakuin antwoordde op een manier die alleen een krijger kan begrijpen. Wat deed hij? Hij zei: `Wie ben je?’ En de krijger antwoordde: `Ik ben een samoerai.’ In Japan is dat iets om heel trots op te zijn, een samoerai zijn. Het betekent dat je een voortreffelijke krijger bent, iemand die geen moment zal aarzelen om zijn leven te geven. Voor hem zijn leven en dood niet meer dan een spel.
Hij zei: `Ik ben een samoerai, ik ben een aanvoerder van de samoerai. Zelfs de keizer bewijst me eer.’ Hakuin zei lachend: `Jij een samoerai? Je ziet eruit als een bedelaar.’
De samoerai voelde zich gegriefd, gekwetst in zijn ego. Hij vergat waar hij voor gekomen was. Hij trok zijn zwaard en stond op het punt Hakuin te doden. Hij was helemaal vergeten dat hij naar Hakuin was gekomen om te vragen waar de poort van de hemel en die van de hel was. Hakuin zei lachend: `Dit is de poort naar de hel. Met dit zwaard, met deze woede, met dit ego open je hier de hel.’ Dat was taal die een krijger kan verstaan. Hij begreep het onmiddellijk: dit is de poort. Hij stak het zwaard terug in de schede. En Hakuin zei: `Daarmee opent zich de poort naar de hemel.’
Hel en hemel moet je binnen in je zoeken. Daar vind je ook de beide toegangspoorten. Als je onbewust leeft, sta je voor de poort van de hel. Als je alert en bewust wordt, vind je de poort van de hemel.
Wat was er met deze samoerai gebeurd? Toen hij op het punt stond Hakuin te doden, was hij toen bewust? Was hij zich bewust van wat hij op het punt stond te doen? Was hij zich bewust van dat waar hij voor gekomen was? Alle bewustheid was verdwenen. Als het ego het heft in handen neemt, kun je niet alert zijn. Het ego is het verdovende middel, het bedwelmende middel dat je volkomen onbewust maakt. Jij doet iets maar wat je doet wordt bepaald door je onbewuste, niet door je bewustzijn. Telkens als we ons laten leiden door het onbewuste, gaat de poort van de hel open. En wat je ook doet, als je niet weet wat je doet, gaat de poort van de hel open. De samoerai werd onmiddellijk alert. Toen Hakuin zei: `Dit is de poort, je hebt hem al open doen gaan,’ moet die situatie zelf plotseling iets in hem hebben wakker geschud.
Het scheelde maar weinig of het hoofd van Hakuin was afgehakt, het scheelde maar weinig of het hoofd was van zijn romp gescheiden. En Hakuin zei: `Dit is de poort van de hel.’ Dit is geen filosofisch antwoord, geen meester antwoordt op een filosofische manier. Filosofie is iets voor middelmatige, onverlichte geesten. De meester geeft een antwoord maar dat antwoord is niet verbaal maar totaal. Dat die man hem wel eens gedood zou kunnen hebben, speelt hier niet. `Als je me doodt en het maakt jou alert, dan is het het waard.’ Hakuin speelt hoog spel.
Dit is wat er met de krijger gebeurd moet zijn: hij hield in, het zwaard in zijn hand en Hakuin vlak voor hem — de lachende ogen van Hakuin en de glimlach op diens gelaat en daarmee ging de poort naar de hemel voor hem open. Hij begreep het en het zwaard ging terug in de schede. Terwijl hij het zwaard terugstak moet het volkomen stil en vredig in hem geworden zijn. De kwaadheid was verdwenen, de energie die naar de kwaadheid was gegaan, was rustig geworden. Als je midden in je kwaadheid plotseling tot bewustzijn komt, voel je een vrede die je nooit eerder hebt gekend. Er had zich energie in beweging gezet en plotseling komt die tot stilstand: het wordt stil in je, ogenblikkelijk stil. Je tuimelt in je diepste wezen en dat gebeurt zo plotseling dat je bewust wordt. Het is niet een trage val, hij is zo plotseling dat je niet onbewust kunt blijven. Onbewust kun je alleen maar blijven bij het verrichten van routinehandelingen, bij dingen die je stapje voor stapje doet; je beweegt dan zo langzaam dat je geen beweging voelt. Maar dit was een plotselinge beweging, van activiteit naar inactiviteit, van gedachte naar geen-gedachte, van denken naar niet-denken. Terwijl het zwaard terugging in de schede, kwam de krijger tot bewustzijn. En Hakuin zei: `Hier opent zich de deur van de hemel.’ Stilte is die deur. Innerlijke vrede is die deur. Geweldloosheid
uit de Osho Transformatie Tarot
…inspiratie voor het speelse in elke dag