Je denken speelt zonder ophouden. Al bij al is het zoiets als een droom in een lege ruimte. Bij een meditatie dien je met een zekere geamuseerdheid naar het denken te kijken, zoals je naar kinderen kijkt die boordevol energie rennen en springen, meer niet. Gedachten springen en dartelen zoals kinderen bij hun spel; neem dat niet te ernstig op. Als er een slechte gedachte onder is, voel je dan niet schuldig. Of als er een grootse gedachte opkomt, een hartstikke goede gedachte — je wilt de mensheid van dienst zijn, de hele wereld hervormen en de hemel op aarde brengen — laat je ego daar niet te opgeblazen van raken, krijg niet het gevoel dat je nu een geweldig iemand bent. Je denken is gewoon een beetje aan het stoeien geweest. Het gaat op en af, net zoals een overmaat aan energie die allerlei wisselende gedaanten aanneemt.
Je hele leven moet iets van een spel krijgen. Ga bij wat je ook doet, zo totaal in je activiteit op, dat de afloop er niet toe doet. Er komt heus wel een einde aan, er moet zelfs een einde aan komen, maar je gedachten houden zich daar niet mee bezig. Jij speelt, je beleeft er plezier aan.
Dat is wat Krishna tijdens de Mahabharata, de grote strijd die in de Gita beschreven wordt, bedoelt wanneer hij tegen zijn discipel Arjoena zegt dat hij de toekomst aan de Godheid moet overlaten: `Waar je daden toe leiden, daarover beschikt de Godheid. Jij hoeft alleen te doen.’ Dit `gewoon doen’ wordt een spel. Dat maakt het voor Arjoena moeilijk te begrijpen want waarom, meent hij, moet er gevochten worden, moeten er doden vallen als het gewoon een spel is? Maar het hele leven van Krishna is gewoon een spel. Zo’n niet-ernstig iemand als hij is, kom je nergens tegen. Zijn hele leven is gewoon spel, drama. Hij geniet van alles maar zonder enige ernst. Hij geniet er intens van, om de afloop maakt hij zich niet druk. Wat er van komt doet er niet toe.
Het is voor Arjoena moeilijk om Krishna te begrijpen want Arjoena gaat calculerend te werk, hij begrijpt graag waar iets toe leidt. In het begin van de Gita zegt hij: `Deze hele onderneming lijkt me absurd. Mijn vrienden en verwanten zijn in twee kampen verdeeld die elkaar bevechten. Wie er ook wint, het betekent altijd een verlies omdat mijn familie, mijn bloedverwanten, mijn vrienden worden afgeslacht. Zelfs als ik win, is dat niets waard want aan wie kan ik mijn zege tonen? Overwinningen zijn van betekenis als je er vrienden, bloedverwanten, familieleden in kunt laten delen. Maar er blijft er niet één over, het is een overwinning over lijken. Wie kan daar dankbaar voor zijn? Wie zal zeggen: “Arjoena, je hebt iets groots verricht?” Dus of ik win of verlies, het heeft geen enkele zin. De hele onderneming is absurd.’ Arjoena wil zich terugtrekken. Het is hem dodelijke ernst. Iedereen die calculeert, zal het zo’n dodelijke ernst zijn.
De Gita plaatst dit conflict in een uniek kader. Oorlog is het allerernstigste dat er is. Je kunt er niet speels mee omgaan, omdat er mensenlevens, miljoenen mensenlevens mee gemoeid zijn. Je kunt daar niet speels mee omgaan. En Krishna zegt heel nadrukkelijk dat je zelfs daarin speels moet zijn. Denk niet na over waar dit op uitloopt, wees gewoon hier en nu . Wees die soldaat, speel die rol. Maak je niet druk om de uitkomst, want die ligt in de handen van de Godheid. En het punt is niet of die in de handen van de Godheid ligt of niet, het punt is dat die niet in jouw handen ligt, je moet je daar niet druk om maken. Als je je daar wel druk om maakt, kan je leven niet meditatief zijn.
uit de Osho Transformatie Tarot
…inspiratie voor het speelse in elke dag