XXI – Voltooiing


Hier wordt het laatste stukje van een legpuzzel op zijn plaats gelegd, de plaats van het derde oog, de plaats van de innerlijke waarneming. Zelfs in de immer veranderende levensstroom zijn er momenten waarop we een punt van voltooiing bereiken. Op deze momenten zijn we in staat het hele beeld te aanschouwen, het samenstelsel van alle stukjes die onze aandacht zo lang in beslag hebben genomen. Bij de voltooiing kunnen we óf wanhopig zijn omdat we niet willen dat er een eind aan de situatie komt, óf we kunnen dankbaar zijn en accepteren dat het leven een aaneenrijging is van telkens weer een einde en een nieuw begin.

Wat je tijd en energie in beslag genomen heeft komt nu ten einde. Bij de voltooiing maak je ruimte voor het begin van iets nieuws. Gebruik deze rustpauze om beide te vieren – het einde van het oude en de komst van het nieuwe.

Dit is zen ten voeten uit: de dingen niet helemaal zeggen. Dit moet je begrijpen; het is een heel belangrijke methode. Niet alles zeggen betekent dat je de luisteraar de kans geeft het af te maken. Alle antwoorden zijn incompleet. De meester heeft je alleen maar op een bepaald spoor gezet… Tegen de tijd dat je er bijna bent, weet je wat er overblijft.

Daarom zal het iemand niet lukken zen verstandelijk te begrijpen. Het is geen antwoord op de vraag, maar meer dan een antwoord. Het wijst op de werkelijkheid zelf… De boeddhanatuur is niet iets ver weg – je eigen bewustzijn is de boeddhanatuur. En je bewustzijn kan getuige zijn van de dingen waaruit de wereld bestaat. De wereld komt tot een eind, maar de spiegel blijft, en ze weerspiegelt niets.


(Uit: Joshu: The lion’s roar, hoofdstuk 5)

Bekijk ook

XVII - Stilte

XVII – Stilte

Stil als een spiegel wordt het ontvankelijke uitspansel van de nacht, bezaaid met sterren en …