Voor ons mensen op aarde is de aura van het stoffelijk lichaam sterker dan de aura van het astrale lichaam. Daarom zit ons bewustzijn op het stoffelijke, aardse niveau gevangen. Door een ziekte kan de aura van het stoffelijk lichaam echter flink verzwakt raken of door een ongeluk kan deze aura zo een klap krijgen dat het uit elkaar valt. De stoffelijke aura heeft dan niet genoeg magnetische kracht meer om het bewustzijn hierin vast te houden. Daarom wordt het bewustzijn nu automatisch aangetrokken door de astrale aura. Wanneer dit gebeurt, terwijl de Ziel zich nog niet volledig van het stoffelijk lichaam heeft losgemaakt, spreken we van een comapatiënt. De Ziel houdt nog net genoeg van de stoffelijke aura in stand zo dat het stoffelijk lichaam in leven blijft, terwijl het bewustzijn is overgegaan in de astrale aura.
Dit betekent dat zo iemand zich wel degelijk bewust is van wat er zich in de omgeving afspeelt. Men kan vanuit het astrale meestal zelfs scherper waarnemen dan anders. Wanneer een comapatiënt “terug komt”, kan deze mits de hersenen niet beschadigd zijn, soms ook vertellen wat men tijdens zijn coma heeft mee gemaakt.
Bij een comapatiënt gaat ontzaglijk veel om. Zij zijn extra gevoelig voor emoties van anderen en voor subtiele aanrakingen. Raak een coma patiënt liefdevol aan, dit doet goed. Vooral comapatiënten vinden het fijn om aangeraakt te worden, dan voelen zij zich nog een beetje bij de mensen thuis, dan voelen zij zich niet zo alleen. Mensen die in coma liggen, zijn zich bewust en zij vinden het fijn als de omgeving hen liefdevol benadert en positief aan hen denkt. Comapatiënten kunnen ook heel duidelijk horen wat er in de kamer gezegd wordt. Zij kunnen veel helderder horen dan normaal, hoewel deze patiënten zich soms nog niet zo bewust zijn van het feit dat zij nu veel helderder kunnen waarnemen. Iemand in coma kan ook vaak de uitstraling zien van de mensen die om het bed staan. De mensen die een comapatiënt verzorgen, kunnen rustig in gedachten tegen de patiënt praten. Deze zal in veel gevallen de essentie van hun gedachten opvangen. Wanneer u zich in gedachten voldoende sterk op een comapatiënt richt, zal deze uw gedachten opvangen; hoe ver u ook van de patiënt verwijderd bent.
Iemand die in coma ligt, is wel degelijk te bereiken. Wanneer bij een comapatiënt het Onze Vader wordt gebeden, kunnen we soms zien dat deze zachtjes met de lippen mee prevelt. Praat over religieuze zaken, want daar hebben deze mensen behoefte aan.
Iemand in coma kan zichzelf vaak zien liggen en kan zien wat er om zich heen gebeurd. Men ziet het eigen lichaam en de familie of vrienden rond het bed staan. Het is soms erg moeilijk, pijnlijk om te zien wat er met het lichaam gebeurd omdat men nog aan het lichaam gehecht is. Toch kan men ook vaak zien dat er veel meer is dan het lichaam en datgene wat er zich rond het lichaam afspeelt, men ziet dan eigenlijk twee werelden. De aardse wereld en de astrale wereld. Deze werelden lopen soms in elkaar over. We kunnen dit misschien het beste vergelijken met twee glas-in-lood ramen die voor elkaar gehouden worden. Soms ziet men deze beelden, deze twee werelden, tegelijk en soms kan me zich ook op de ene of op het andere beeld richten.
Wanneer iemand in coma zich op een gegeven moment bewust wordt van het feit dat men gaat sterven, dan kan zo iemand zich enorm gelukkig voelen. Dit betekent een enorme bevrijding. Men kan zich dan volledig richten op het astrale en daarmee het lichaam loslaten. Op een gegeven moment kan men bewust afscheid nemen van het aardse lichaam. Men kan het aardse lichaam ook bedanken. Men verbreekt daarmee de binding die men had met het lichaam. Men beseft dan dat men volledig gestorven is.
Soms nog lange tijd na de overgang voelt men een binding met de achtergebleven familie, maar men ziet ook meestal wel in dat het goed is geweest om te gaan.
Men wordt aan die andere kant heel liefdevol opgevangen; zeg dit ook tegen een stervende die in coma ligt. Wel zal men nog een tijd het verdriet voelen over degenen die men heeft moeten achterlaten. Men zal ook nog enige tijd verdrietig zijn over het verdriet dat de achterblijvers voelen. Maar op aarde moest men eens weten hoe gelukkig men daar aan gene zijde kan zijn.
Stel de stervenden dan ook zo veel mogelijk gerust. Een stervende kan wel zeggen dat u mooi praten heeft, probeer de mensen toch gerust te stellen, dat er aan de andere kant van hun leven ook leven is. Zeg ook, dat men zich tijdens het sterven langzaam aan bewust wordt van dit andere leven. In het begin is dit nieuwe leven nog niet zo duidelijk, maar het komt steeds duidelijker naar voren. Probeer de mensen bewust te maken dat hun een groot geluk te wachten staat, althans als zij goed geleefd hebben.