Wat je gemoedstoestand nu ook is – slaperig en gedeprimeerd of brullend en opstandig – weet wel dat het zich tot iets nieuws ontwikkelt als jij dat toestaat. Het is een periode van groei en verandering.
In zen kom je nergens vandaan en ga je nergens heen. Je bent gewoon nu, hier, je komt evenmin als je gaat. Alles trekt aan je voorbij; je bewustzijn weerspiegelt het maar vereenzelvigt zich niet.
Als een leeuw voor de spiegel brult, denk je dat de spiegel dan meebrult? Of dat de spiegel als de leeuw weg is en er een kind voor gaat staan dansen, de leeuw helemaal vergeet en met het kind mee gaat dansen – denk je dat de spiegel met het kind meedanst? De spiegel doet niets, hij weerspiegelt alleen maar.
Je bewustzijn is niet meer dan een spiegel.
Je komt niet en evenmin ga je.
De dingen komen en gaan.
Je groeit op, je wordt oud; je leeft, je bent dood.
Al die toestanden zijn gewoon een weerspiegeling in een eeuwig meer van bewustzijn.
</P>