In alle overleveringen van de engelenleer is sprake van een opklimmende hiërarchie van verschillende orden (of koren) van engelen. Wat betreft de namen en aantallen van de koren zijn er veel verschillende versies.
De bekendste christelijke versie werd in de 5de eeuw uitgewerkt door Dionysios de Areopagiet, een Syrische monnik die het systeem uitvoerig beschrijft in zijn boek
De hemelse hiërarchie:
Deze versie is ontstaan en door gegeven door Paulus. Paulus heeft in Athene een geheime school opgericht, de Areopagasus. Op deze school werd aan de leerlingen de kennis doorgeven die Paulus in de geestelijke wereld had opgedaan. Waarover Paulus in het openbaar niet wilde spreken, omdat de mensen dat gewoon niet wilden of konden begrijpen.
Het stelsel bestaat uit negen koren, die in drie triades zijn gegroepeerd.
De derde triade bestaat uit :
-
Devorstendommen – Archai.
De engelen van het zevende koor begeleiden de heersers en leiders op aarde, en ook landen en bevolkingen.
Zij beschermen de volkeren en de religies en bevorderen de ontwikkeling van de mens.
Zij representeren het denkvermogen, het geestelijke energie en het bewustzijn.
Samen met de beschermengelen werken ze aan het stimuleren van de individuele verantwoordelijkheid en ze kunnen zich met het doen en laten van mensen bemoeien op een manier die zelden wordt opgemerkt.
Ze zouden ook godsdiensten begeleiden op de weg naar de waarheid. Cerviël is een van de heersende vorsten van dit koor. -
De Aartsengelen – Archangeloi.
Aartsengelen zijn de herauten van God; ze verschijnen aan de mensen met boodschappen en decreten van het “hogere”, zoals Gabriël dat bijvoorbeeld deed bij de Maagd Maria en bij Mohammed om hem de Koran te dicteren.
Dit zijn de engelen die het vaakst door mensen worden waargenomen, want de beschermengelen blijven meestal onzichtbaar.
Ze kunnen ook voor ons bemiddelen om vergiffenis te krijgen voor onze zonden.
Een goed voorbeeld hiervan is de Maagd Maria, die na haar tenhemelopneming een aartsengel werd.
De bekendste vorsten van dit koor zijn Michaël, Rafaël, Gabriël en Uriël.
De aartsengelen staan dicht bij de mens en beschikken over een enorme energie. De namen van de aartsengelen eindigen allen op “el”, hetgeen “stralen” of “schijnen” betekent.
In het oude Testament en in de Apocriefen worden Michaël, Gabriël, Azraël en Rafaël genoemd.
De overigen zijn Uriël, Jophiël, Zadkiël en Samaël. Zij zijn de gezamenlijke beheerders van de zeven hemelen. -
DeEngelen – Angeloi.
De engelen of angeloi staan in direct contact met de mensen. Daarom wordt een engel ook wel een hemelbode genoemd (Grieks voor angelos is Bode). Zij zorgen niet alleen voor het contact tussen God en de mens maar ook tussen de mens en de engelen van de hogere sferen. Deze Hemelse wezens, meestal in mensengedaante voeren opdrachten van Godswege uit.
De laagste orde der engelen is het meest bij de mensheid betrokken. Ze begeleiden en beschermen ons.
Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat een auto niet van de weg raakt en proberen ongelukken en rampen zo veel mogelijk te voorkomen.
Ze kunnen zich niet met ons lot bemoeien, maar hoe vaker we om hulp vragen, hoe groter de kans op een gelukkig lot.
Bij dit koor horen ook de beschermengelen en Adnachiël is hun heerser.