Ondertussen voelen we ons voldoende geïnformeerd om vanuit de Stichting iets over dit onderwerp naar buiten te brengen. Dit komt mede door de recente publicatie van het boek ‘Vaccinatie’ van Vera Scheibner. Met dit boek is een grote hoeveelheid (wetenschappelijke) informatie beschikbaar gekomen over de onmiskenbare nadelen van vaccinatie. Bij de Stichting Nieuwetijdskinderen staan de persoonlijke ervaringen van ouders en opvoeders centraal, maar we staan uiteraard open voor toevoegingen op onze visie vanuit een wetenschappelijke invalshoek. Ons uitgangspunt is dat kinderen heel gevoelig kunnen reageren op invloeden van buitenaf. De ingreep die middels enten op het immuunsysteem van kinderen plaatsvindt hoort hier wat ons betreft bij.
Het doel van de Stichting is nadrukkelijk NIET om middels dit artikel ouders en verzorgers ervan te weerhouden hun kinderen te laten inenten. Iedereen houdt hierin wat ons betreft zijn eigen verantwoordelijkheid. Wat we wel willen is ouders zo goed mogelijk informeren over de verschijnselen die kinderen laten zien zodat er bewuste keuzes gemaakt kunnen worden.
Het bestuur van de Stichting Nieuwetijdskinderen
VACCINATIE
Het einde van een mythe
Dr. Viera Scheibner is oorspronkelijk als arts betrokken geraakt bij onderzoek naar de oorzaak van wiegendood. Dit heeft er vijftien jaar later uiteindelijk toe geleidt dat ze in haar boek ‘Vaccinatie’ de negatieve verschijnselen van vaccinatie op een rij heeft gezet.
In 1985 vroeg Viera een elektronica-ingenieur voor haar een monitorsysteem te ontwikkelen voor het observeren van de ademhaling van pasgeboren baby’s. Dit in het kader van haar onderzoek. Zonder dat dit de bedoeling was, verzamelde ze hiermee ook de ademhalingsgegevens van baby’s vóór en na vaccinatie. Die gegevens lieten ondubbelzinnig zien dat de functies van baby’s gedurende een langere periode op een karakteristieke manier waren Veranderd na vaccinatie met een DKT P- cocktail. Baby’s bleken na vaccinatie vaak stijf te staan van de stress, wat bleek uit ernstige periodes van zeer oppervlakkige ademhaling over een periode van 45-60 dagen na vaccinatie. Navraag bij ouders die eerder een kind aan wiegendood waren verloren leerde haar dat het vorige kind meestal gestorven was na een DKTP- vaccinatie. De meeste gevallen van wiegendood (80%) doet zich voor op de leeftijd van twee tot zes maanden. In een aantal medische verhandelingen over de schadelijke bijwerkingen van vaccinaties wordt vermeld en geaccepteerd dat zich een overduidelijke clustering voordoet van sterfgevallen op of omstreeks de kritieke dagen na vaccinatie.
Toen Viera haar onderzoeksresultaten besprak met enkele kinderartsen stuitte ze op een muur van verzet. Dit sterkte haar echter alleen maar in haar mening dat goed onderzoek noodzakelijk was. Ze verzamelde zo ongeveer alle wetenschappelijke publicaties die er zijn over de ‘effectiviteit en gevaren van vaccins’. Zonder moeite kon ze hierna concluderen dat er hoegenaamd geen bewijs is dat vaccins, vooral vaccins tegen kinderziekten, preventief zouden werken tegen infectieziekten die ze geacht wordt te voorkomen. Er bestaat ook ruimschoots bewijsmateriaal dat de nadelige effecten van meer betekenis zijn voor de volksgezondheid dan enig nadelig effect van besmettelijke ziekten. Naar de mening van Viera zou er dan ook een onmiddellijk einde moeten komen aan alle vaccinaties.
In de inleiding van haar boek schrijft Viera dat volgens artsen vaccinatie de meest doeltreffende preventieve methode is die de moderne geneeskunde kent en dat epidemische ziekten als pokken of polio tot de grote successen van massale inentingsprogramma’s behoort.
Uit onderzoek is echter gebleken dat sterfte aan besmettelijke ziekten al zo’n honderd jaar geleden met circa 90% was teruggelopen als gevolg van betere hygiëne, ruimere behuizing, betere voeding en goede sanitaire voorzieningen. Daarbij; in landen waar niet tegen bepaalde ziekten als kinkhoest wordt gevaccineerd, wordt eveneens een sterke achteruitgang van het aantal gevallen geconstateerd.
Een opmerkelijk feit dat Viera bijvoorbeeld meldt in haar inleiding is, dat in Japan, toen dit land in 1975 de minimumleeftijd voor vaccinatie verhoogde tot twee jaar, fenomenen als wiegendood, stuipen en toevallen bij baby’s nagenoeg zijn verdwenen. Pas sinds vaccinatie van kinderen vanaf drie maanden in de jaren tachtig weer werd toegestaan, is het aantal overleden kinderen daar weer gestegen. Zweden staakte in 1979 met vaccinatie tegen Kinkhoest op grond van de ineffectiviteit en de schadelijke bijwerkingen die veel ernstiger waren dan die van de kinkhoest zelf. Ook zegt Viera dat er in alle artikelen over vaccins, totaal duizenden bladzijden tekst, nergens bewijs kan worden gevonden dat tijdens een epidemie uitsluitend niet – gevaccineerde kinderen de een ziekte kregen. Door pleitbezorgers van inenten wordt gezegd dat vaccins op zijn minst het verloop van de ziekte zou afzwakken. Zelfs dat is volgens Viera niet waar. Niet alleen kunnen alle kinderen ernstig ziek worden, gevaccineerd of niet, maar inmiddels zijn er ook nieuwe ziekten ontstaan zoals atypische mazelen, een buitengewoon kwaadaardige vorm van mazelen die uitsluitend voorkomt bij gevaccineerde kinderen en wordt gekenmerkt door een aanzienlijk sterftecijfer. Ook andere atypische vormen van ziekten als de bof steken hun kop op. Door ons vaccinatiebeleid raakt volgens Viera het immuunsysteem van kinderen ontspoort met desastreuze gevolgen voor later. In medische literatuur is veelvuldig gerapporteerd over het feit dat mensen die op latere leeftijd kanker en andere chronische – degeneratieve aandoeningen hebben gekregen, in de regel in hun kinderjaren opmerkelijk weinig infectieziekten hebben doorgemaakt.
In de rest van het boek wordt per hoofdstuk systematisch verschillende vaccins en ziekten onder de loep genomen en voorzien van kritische kanttekeningen. Maar ook andere onderwerpen komen aan de orde. Zo wordt onder meer onder het kopje Vaccinatiebijwerkingen bewijzen het gelijk van de homeopathie aandacht gevraagd voor homeopathische uitgangspunten en wordt in elders in het boek een relatie gelegd tussen poliovaccinaties en leukemie, kanker, retrovirussen (als HIV) en aids. Dit lijkt allemaal wat vergezocht, maar het verbaast de lezer dan ook des te meer dat er simpelweg zoveel bewijzen voorhanden zijn dat deze relatie er wel degelijk is.
In hoofdstuk veertien van het boek staan een samenvatting van een tiental feiten die uitvoerig onderzoek van medische literatuur over vaccinatie aan het licht heeft gebracht. Vier hiervan kunt u hieronder alvast lezen;
– Vaccinaties kunnen ernstige bijwerkingen hebben, zowel plaatselijk als in het gehele organisme, waarbij vooral de mogelijke schade aan het zenuwstelsel het meest zorgwekkend is.
– Er is geen enkele noodzaak tot kunstmatige immumisatie van kinderen en onszelf.
– De pleitbezorgers van vaccinaties kraaien onterecht victorie over veel voorkomende ziekten.
– Vaccinatie is verreweg de voornaamste oorzaak van wiegendood.
In ‘Vaccinatie’ een 331 pagina’s tellende boek, leidt Viera Scheibner haar lezer door een onvoorstelbare hoeveelheid wetenschappelijke onderzoeken. Dit maakt het boek misschien wat minder aantrekkelijk om te lezen, maar daar staat weer tegenover dat je aan het eind van het verhaal wel het gevoel hebt dat je zeer goed geïnformeerd bent. Deze informatie kan een ouder bevestiging geven voor het eigen intuïtieve gevoel dat er over het vaccineren van kinderen wel wat meer te vertellen valt dan we van artsen en consultatiebureaus te horen krijgen. Het doet ons in ieder geval op z’n minst nadenken over de noodzaak en de zin van vaccineren. Tien jaar geleden was het voor velen van ons noch vanzelfsprekend om kinderen hun inentingen te laten geven. Maar geldt dit nog steeds? De roep om een verbod op vaccinatie voor kinderen onder de twee jaar wordt in Nederland steeds luider. Is het zo vreemd om er vanuit te gaan dat kinderen de eerste twee jaar in de gelegenheid moeten worden gesteld om bepaalde processen door te maken alvorens we van buitenaf op hun immuunsysteem ingrijpen? Volgens Viera Scheibner in ieder geval niet. Zij gaat er vanuit dat infectieziekten in een grote rol spelen in de rijping van het immuunsysteem van jonge kinderen en moeten we ze dit ook vooral gunnen om hen te verzekeren van een gezonde toekomst.
Door Carla Muijsert